Zeldzame en rugvinloze bruinvis (2)
Er leven nog ongeveer 1.000 Indische bruinvissen in de rivier die door China stroomt. Het zijn walvisachtigen, zo’n twee meter lang, met een bol voorhoofd en zonder rugvin. Hun aantal neemt steeds verder af, en het lijkt hoog tijd om deze dieren tegen uitsterven te beschermen.
De Jangtsekiang is met 6.380 kilometer de derde langste rivier ter wereld, na de Amazone in Zuid-Amerika en de Nijl in Afrika. Indische bruinvissen leven tot 1.600 km landinwaarts en in twee meren die aan de rivier gelegen zijn.
Behalve in de rivier leven er ook Indische bruinvissen in ondiepe Aziatische kustwateren, vanaf de Perzische Golf en India tot China en Japan. De algemene soortnaam voor deze bruinvissen in zee is Neophocaena phocaenoides. Met deze voormalige soortgenoten hebben de dieren in de Jangtsekiang zich al tienduizenden jaren niet meer voortgeplant.
Er zijn genoeg erfelijke verschillen om van een aparte soort te spreken. De onderzoekers stellen voor om de oude naam voor de rivierbruinvis, Neophocaena asiaeorientalis, te herstellen.
De genetici analyseerden het erfelijk materiaal van 49 Jangtsekiang bruinvissen die in de jaren 1979 tot 2009 op stranden zijn aangespoeld of per ongeluk in visnetten zijn gevangen. Hun lichamen zijn nog steeds geconserveerd in diepvriezers aan Nanjing Normal universiteit in China. De wetenschappers vergeleken de DNA-sequentie van deze dieren met die van Indische bruinvissen die in de Aziatische kustwateren leven.