This lesson contains 15 slides, with text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Slide 1 - Video
Mardi 21 mai 2024
Le programme pour aujourd'hui :
1/ vocabulaire
2/ uitleg MO
3/ les nouvelles questions du jour
4/ grammaire
Slide 2 - Slide
Objectif numéro 1
Jij kent de apprendre 1 + 2
Slide 3 - Slide
Objectif numéro 2
Uitleg MO
Slide 4 - Slide
Planning:
29 mei:
Raf en Samy
Dean en Dylan
Jonna en Lisa
4 juni:
Dania en Tess
Bente en Asihra
Siem, Niels, Robin
5 juni:
Chaimae en Isis
Julia v. A. en Nola
Rostam en Rayan
11 juni:
Fleur en Julia v. L.
Maud en Zoë
Cas en Sep
12 juni:
Tycho en Roan
Amely
Nick en Nick
Slide 5 - Slide
Uitvoering:
1. Maak in tweetallen het gesprek af, schrijf HELE zinnen. Oefen hardop beide kanten.
2. Tijdens het mondeling loten we wie welke situatie krijgt. Er zijn 2 situaties, je leert ze alle twee. Tijdens het mondeling weet je pas WELKE situatie je krijgt.
1e situatie : leerling 1 leest de vragen voor en leerling 2 antwoordt uit het hoofd.
2e situatie : anders om !
Slide 6 - Slide
Waar wordt op gelet?
1. Uitspraak
2. Correcte, volle zinnen
3. Woordenschat (gevarieerd)
4. Grammatica
5. Is het verstaanbaar?
6. Is het vloeiend?
Il y a des questions ?
Slide 7 - Slide
Voorbeelden
Slide 8 - Slide
Objectif numéro 3
Grammaire
Na deze les weet je hoe je het werkwoorden 'aller' moet vervoegen en heb je hiermee geoefend.
Slide 9 - Slide
ALLER (=gaan)
Slide 10 - Slide
Onregelmatige ww
Dit type werkwoorden moet je altijd uit je hoofd leren.
Jullie kennen al: avoir (hebben) + être (zijn)
Daar komt nu bij: aller (gaan)
Slide 11 - Slide
De vormen van ALLER (gaan)
Je vais
Tu vas
Il/elle/on va
Nous allons
Vous allez
Ils/elles vont
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Video
Au travail
Fais : exercice 8 B t/m E (Grammaire I - online Unité 4)