This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
C. TANNOUJ
& T. kanhai1
Slide 1 - Slide
Wat gaan we doen vandaag?
- Hoofdstuk 3 herhalen
- Hoofdstuk 5 herhalen
Slide 2 - Slide
Het verhaal van Bob.
Slide 3 - Slide
Bob zijn droombaan is....?
Bob is 23 jaar oud en wilt bouwvakker worden.
Alleen weet hij zelf niet zo goed hoe hij in de bouw terecht komt.
Wij gaan hem helpen!
Slide 4 - Slide
Wat moet Bob als eerst doen om in de bouw terecht te komen.
A
Vacature maken
B
Solliciteren
C
scholing
D
ontslag nemen
Slide 5 - Quiz
4 jaar later...
Bob heeft zijn studie afgerond en is nu officieel een bouwvakker, maar hij heeft nog geen baan.
Slide 6 - Slide
Bob zoekt werk hij valt onder de...?
A
Vacatures
B
Arbeidsverdeling
C
Solliciteren
D
Arbeidsmarkt
Slide 7 - Quiz
Bob zoekt online naar openstaande ......?
A
Vacature
B
Solliciteren
C
Deeltijd baan
D
Voltijd baan
Slide 8 - Quiz
Bob heeft gesolliciteerd op de openstaande vacature. Wat betekent 'solliciteren'?
Slide 9 - Open question
Solliciteren is
Je laat een bedrijf weten dat je een bepaalde baan graag wilt.
Slide 10 - Slide
Bob wilt 40 uur per week werken. welke stelling is juist
Bob wilt werkloos zijn
Bob wilt een tijdelijke baan
Bob wilt een voltijd baan
Bob wilt een deeltijd baan
Slide 11 - Poll
Door wie word Bob 'aangenomen'?
A
personeel
B
Werkgever
C
werknemer
D
Assistente
Slide 12 - Quiz
Bob word aangenomen
Het bedrijf neemt Bob aan, alleen moet bob nog een contract ondertekenen. Hierin staat dat Bob in loondienst komt werken bij de werkgever.
Slide 13 - Slide
Hoe heet dit contract?
A
Arbeidsovereenkomst
B
Arbeidstijdenwet
C
CAO
D
UWV
Slide 14 - Quiz
CAO
Collectieve arbeidsovereenkomst
Hierin staan de gezamenlijke afspraken over de arbeidsvoorwaarden in een bedrijfstak.
Slide 15 - Slide
Bob heeft een proeftijd van 4 weken. Wat betekent 'proeftijd'?
Slide 16 - Open question
Proef tijd
Een periode waarin de werknemer en werkgever kunnen opzeggen als het niet bevalt.
Slide 17 - Slide
Arbeidsverdeling
Deeltijdbaan
voltijdbaan
Vaste baan
Tijdelijke baan
Je werkt 36 tot 40 uur per week.
Een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd.
Werk voor bepaalde tijd, tot een afgesproken einddatum.
Je werkt minder dan 36 uur per week.
het werk bij bedrijven is verdeeld in verschillende banen.
Slide 18 - Drag question
Werknemer
CAO
Arbeidstijdenwet
Werkloos
Ontslag
Wet met regel voor werk en rusttijden
Het beëindigen van je arbeidsovereenkomst.
Hierin staan de gezamenlijke afspraken over de arbeidsvoorwaarden in een bedrijfstak
Iemand die in dienst van een baas betaald werk doet.
Je wilt graag werk, maar er is geen werk.
Slide 19 - Drag question
Het loon dat bob verdient, waar niets is ingehouden noemen wij?
A
Nettoloon
B
Minimumloon
C
Uurloon
D
Brutoloon
Slide 20 - Quiz
nettoloon
Brutoloon
Minimuloon
Flexibele baan
Opzegtermijn
Het Minimale loon per leeftijd.
Tijd tussen het moment waarop je ontslag neemt of krijgt en einddatum van je baan
Het loon waarop nog niets is ingehouden.
Het loon dat ontvangt waar de inhoudingen al vanaf gehaald zijn.
is een tijdelijke baan, een baan als uitzendkracht, oproepkracht of stagiaire,
Slide 21 - Drag question
5 jaar later....
Door bepaalde ontwikkelingen is er meer kennis opgebouwd van het leggen van straten. Hierbij is een nieuwe machine uit gevonden. Bob is niet meer nodig.😔
Slide 22 - Slide
Nieuwe kennis van de techniek en nieuwe uitvindingen. noemen wij ?
Slide 23 - Open question
Bob word hierdoor werkloos, naar welke instantie/bedrijf moet hij hiervoor gaan?
Slide 24 - Open question
Slide 25 - Slide
Slide 26 - Slide
Wat is Marketing?
Slide 27 - Open question
Marketing
Slide 28 - Mind map
Bedrijf
Slide 29 - Mind map
welke markt kan je bezoeken?
woningmarkt
weekmarkt
supermarkt
Slide 30 - Poll
Hoe bereken wij de verkoopprijs?
A
Afzet x verkoopprijs
B
inkoopprijs + brutowinstopslag
C
omzet - inkoopwaarde
D
Bruto winst - bedrijfskosten
Slide 31 - Quiz
Je koopt een iPhone in voor €900 je brutowinst opslag is 50%. wat is je verkooprijs?
A
€450
B
€1.000
C
€1350
D
€8621
Slide 32 - Quiz
Hoe breken wij de omzet?
A
Afzet x verkoopprijs
B
verkooprijs x afzet + brutowinst
C
brutowinst- nettowinst
D
Antwoord staat er niet bij.
Slide 33 - Quiz
Je verkoopt deze maand 50 iPhone's. per stuk verkoop je ze voor €1350 excl.BTW . inkoopwaarde is totaal €45.000.
900
€1.633,50
21%
€67.500
121%
Wat is inkoopprijs per stuk.
Wat is de consumenten prijs?
Wat is de omzet?
hoeveel % BTW betaal je over een iPhone?
Slide 34 - Drag question
De prijs van 1kg appel is €2,50 excl.BTW. wat is de prijs incl.BTW