introductie Materialen

Materialen
hoofdstuk 7 
paragraaf 1
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Materialen
hoofdstuk 7 
paragraaf 1

Slide 1 - Slide

Wat gaan we vandaag doen
herhaling
opdrachten maken

Slide 2 - Slide

Welke eigenschappen zijn belangrijk voor constructiemateriaal?
En waarom?

Slide 3 - Slide

Wat is verspanen?

Slide 4 - Open question

Noem voorbeelden van verspanende bewerkingen

Slide 5 - Open question

Verspaanbaarheid

Verspanende bewerkingen:

- Schaven

- Zagen

- Boren

- Vijlen


Houten verbindingen:

- Spijkers

- Schroeven

- Lijm

- Bouten en moeren

Slide 6 - Slide

Wat is een composiet?

Slide 7 - Open question

Noem een voorbeeld waar een composiet wordt gebruikt.

Slide 8 - Open question

Welke eigenschappen kunnen stoffen hebben?
A
Kleur, geur, vorm, smeltpunt, dichtheid
B
smaak, geur, vorm, smeltpunt, kookpunt
C
kleur, smaak , vorm, smeltpunt, kookpunt
D
kleur, geur, smaak, dichtheid, kookpunt, smeltpunt

Slide 9 - Quiz

Wat staat normaal gesproken niet op het etiket van gevaarlijke stoffen?
A
Om welke stof het gaat
B
Wat de concentratie is
C
Een waarschuwing in woorden
D
Hoe je aan de stof moet ruiken

Slide 10 - Quiz

Hoe kun je sommige stoffen herkennen?
A
gewicht
B
volume
C
massa
D
stofeigenschap

Slide 11 - Quiz

welk van de volgende stoffen is een zuivere stof?
A
bronwater
B
melk
C
suiker
D
kraanwater

Slide 12 - Quiz

Welke stoffen geleiden de elektriciteit?
A
koper, goud, steen
B
Rubber, ijzer, koper
C
goud, zilver, brons
D
koper, ijzer, perspex

Slide 13 - Quiz

De meeste stoffen komen in de natuur in een mengsel voor.
Welke twee stoffen komen in de natuur wel in zuivere vorm voor?

A
goud en diamant
B
goud en zilver
C
ijzer en aluminium
D
ijzer en zout

Slide 14 - Quiz

De dichtheid van de sleutel is ......... dan/als de dichtheid van water
A
Groter
B
Kleiner
C
Gelijk
D
Geen idee

Slide 15 - Quiz

De dichtheid van ijs is .... dan de dichtheid van water





















































































































De dichtheid van ijs is ....... dan de dichtheid van water.
A
Groter
B
Kleiner
C
Gelijk

Slide 16 - Quiz

Wat is dichtheid?
A
De hoeveelheid stof per 1 gram
B
De hoeveelheid stof die je weegt
C
De hoeveelheid stof per 1 cm3
D
De hoeveelheid stof die je ziet

Slide 17 - Quiz

Dichtheid is een
A
Grootheid
B
Eenheid

Slide 18 - Quiz

De dichtheid van de badeend is ...... dan/als de dichtheid van water
A
Groter
B
Kleiner
C
Gelijk
D
Geen idee

Slide 19 - Quiz

Wat is de dichtheid?
A
de massa van één vierkante centimeter van een stof
B
Een ander woord voor soortelijke massa
C
de massa gedeeld door het volume
D
Hoeveel gram één vierkante centimeter weegt.

Slide 20 - Quiz

Wat is de eenheid van dichtheid?
A
g/L
B
g/cm3
C
D
D
Pa

Slide 21 - Quiz

Maken opdrachten
opdrachten 6,7,8,11
en test jezelf van paragraaf 1

Slide 22 - Slide