Diese sprengen die Grenzen des Verstandes und erweitern diese
Slide 12 - Slide
Frühromantik 1798-1804
- Zentrum: Jena
- Theoretischer Aufbau der neuen Lebenseinstellung
- Philosophen: Fichte, Schelling
- Zeitschrift: Athenäum charakteristisch für diese Epoche
- Theoretiker: Brüder Schlegel
- Dichter: Ludwig Tieck, Novalis
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Hochromantik 1804-1818
- Zentrum Heidelberg
- Volkskultur: deutsche Kultur wiederentdecken und eigene Volksgut
- Gebrüder Grimm
- Clemens Brentano und Achim von Arnim - Volksliedsammlung: des Knaben Wunderhorn
- Blick auf Mittelalter
Slide 15 - Slide
Spätromantik 1815-1835
- Zentrum Berlin
- E.T.A. Hoffmann, Joseph von Eichendorff, Eduard Mörike, Ludwig Tieck
- Märchen, Sagen, Novellen, Romane: das Unheimliche, das Schaurige
- Abrechnung mit Aufklärung
- Hinwendung zur Religion
- Emporhebung des Mittelalters
- Sehnsucht nach Ordnung
- Aufzeigen des Dunklen und der Schattenseiten der menschlichen Psyche
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Früh-
romantik
Hoch-
romantik
Spät-
romantik
Jena
1798-1804
Novalis, Schlegel, Humboldt
Athenäum - Schlegel
1804-1818
Gebrüder Grimm, Clemens Brentano, Achim von Arnim
Volkskultur -
Blick auf Mittelalter
Berlin
1816-1835
ETA Hofmann - Mondnacht
Slide 20 - Drag question
Slide 21 - Slide
www.duitseliteratuur.nl
Slide 22 - Link
https:
Slide 23 - Link
Het gedicht dat je net gelezen, gehoord hebt heeft de titel: "Mondnacht". In welke regel of in welke regels van het gedicht wordt duidelijk dat de in het gedicht beschreven situatie in de nacht afspeelt?
Slide 24 - Open question
Citeer zoveel mogelijk bijvoeglijke naamwoorden die in dit gedicht gebruikt worden.
Slide 25 - Mind map
Welke stemming roepen de bijvoeglijke naamwoorden op, die je genoteerd hebt?
Slide 26 - Open question
In de eerste strofe worden hemel en aarde verbonden. Hoe gebeurt dit?
Slide 27 - Open question
Waarmee vergelijkt de spreker zich in de derde strofe?