Havo 5 CE havo 2023 tijdvak l

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 5

Havo 5 CE havo 2023 tijdvak l

1. Welche Aussage stimmt mit diesem Text überein?

1. Ein junger Tiroler ...
2. Ein junger Tiroler ...
3. Ein Richter hat ...
4. Ein Richter hat ...

2. Warum hat ein junger Tiroler nach eigener Aussage den Führerschein in Polen gemacht?

1. weil das ...
2. weil die ...
3. weil er ...
4. weil ihm ...

3. Welche Aussage stimmt mit dem 1. Absatz überein?

1. Gegensatz
2. Zweifel
3. Übertreibung
4. Vorurteil

4.1 Het scheiden van afval is een mogelijke oplossing voor de rattenoverlast in Parijs.

1. wel
2. niet

4.2 De ratten in Parijs zijn waarschijnlijk al minder gevoelig voor giftige bestrijdingsmiddelen.

1. wel
2. niet

5. Ratten eten een hoop afval. Welk ander voordeel zou de aanwezigheid van ratten kunnen hebben?

6. Welk ander woord gebruikt de schrijver in alinea 2 voor "Unterwelt" (titel)? Citeer het betreffende woord.

7. Welche Aussage stimmt mit dem 1. Absatz überein?

1. Es gibt ...
2. In aller Frühe ...
3. Italiener und ...
4. Urlaubsgäste im ...

8.1 De hoge entreeprijs bij zwembaden in Italië is de oorzaak van de drukte op de stranden.

1. wel
2. niet

8.2 De kustwacht maakt zich zorgen over de veiligheid van de strandbezoekers.

1. wel
2. niet

9. Welche Ergänzung passt in die Lücke in Absatz 2?

1. aus dem Auge verloren
2. leichtsinnig vergessen
3. mit Absicht zurückgelassen

10.1 klagen over strandspullen waar niemand bij zit.

1. wel
2. niet

10.2 al voor een bepaald tijdstip zonnebedden neerzetten op het strand.

1. wel
2. niet

10.3 je zonder toestemming een openbaar stukje strand toe-eigenen.

1. wel
2. niet

10.4 weinig respect tonen tegenover andere badgasten

1. wel
2. niet

11. Was kann man aus dem 4. Absatz schließen?

1. Die Küstenwache ...
2. Die meisten Badesachen ...
3. Es werden sich ...

12.1 Oma vindt de reactie van Karl met betrekking tot haar leeftijd terecht.

1. wel
2. niet

12.2 Het idee van oma om te verhuizen komt voor Karls ouders als een verrassing.

1. wel
2. niet

12.3 Oma wil graag meer contact met andere mensen.

1. wel
2. niet

12.4 Karls ouders vinden het woonproject 'Fidibus' waardeloos.

1. wel
2. niet

12.5 Oma stelt voor om met zijn allen naar een open dag van woonproject 'Fidibus' te gaan.

1. wel
2. niet

12.6 Karls ouders zijn het erover eens dat oma bij hen kan komen wonen.

1. wel
2. niet

12.7 Oma is blij met de vragen die Karl haar over het woonproject 'Fidibus' stelt.

1. wel
2. niet

13. Welche Aussage über die Roboter, die sich am 7. "SICK Robot Day" beteiligten, stimmt mit dem 1. Absatz überein?

1. Sie mussten ...
2. Sie mussten ...
3. Sie wurden ...
4. Sie wurden ...

14. De "SICK Robot Day" had volgens alinea 1 geen gebrek aan publiek. Citeer de woordgroep waaruit dat blijkt.

15. Was beschreibt der 2. Absatz?

1. welche Regeln ...
2. welche Taktik ...
3. welche Vorkehrungen ...
4. wie das ...

16. Was ist der Hauptgrund für die Abhaltung des "SICK Robot Days"?

1. das Gedenken
2. der Robotertechnik
3. neue Talente
4. Studierende und

17. Welche Ergänzung passt in die Lücke in Absatz 1?

1. Außerdem
2. Demzufolge
3. Trotzdem

18. Welche zwei Kernbegriffe passen jeweils zu Absatz 2 und 3?

1. Abwechslung
2. Aktivität
3. Deutlichkeit
4. Übung

19. Welche Aussage über Cesar Millan stimmt mit der Antwort auf die 4. Frage überein?

1. Er fand ...
2. Er hatte ...
3. Er hatte ...
4. Er verlangte ...

20. Cesar Millan vergleicht die Situation der Hunde in den USA und Mexiko. Was will er betonen?

1. wie Hunde trainiert werden.
2. wieviel Aufmerksamkeit man Hunden gibt
3. wie viele Hunde es gibt

21. Was geht aus dem 6. Absatz hervor?

1. Alleinstehende Frauen ...
2. Frauen fühlen ...
3. Karrierefrauen gehen ...
4. Viele Frauen ...

22. "Ein Leben mit 65 Hunden" In welke zin in de tekst wordt uitgelegd Waarom Cesar Millan 65 honden om zich heen had? Citeer de eerste twee woorden van deze zin.

23. Welche Aussage stimmt mit dem 1. Absatz überein?

1. Damit eine ...
2. Das Verbergen ...
3. Die Emotionen ...

24. Welche Ergänzung passt in die Lücke in Absatz 3?

1. historisch
2. individuell
3. kulturell
4. regional

25. Van alinea 4 staat alleen de eerste zin in de tekst. Onderstaande zinnen vormen het middengedeelte van de alinea. Wat is de juiste volgorde?

26. "Diese Tatsache zeigt, dass biologische Faktoren bei der Stimmveränderung keine Rolle spielen können." Wie schließt Absatz 5 an diesen Satz an?

1. Bestätigung
2. Schlussfolgerung
3. Widerlegung

27. Welche Funktion haben die Absätze 5-7?

1. Es wird ...
2. Es wird ...
3. Sie geben ...
4. Sie schließen ...

28. Was macht das Beispiel der Frauen in Rundfunk und Fernsehen im 8. Absatz deutlich?

1. Frauen mit ...
2. Frauen sprechen ...
3. Soziologen haben ...
4. Soziologen haben ...

29. Sociologen denken net als Michael Fuchs "dass sich die Frauenstimmen aus soziokulturellen Gründen verändert haben". Citeer uit alinea 8 één woord en uit alinea 9 één woord dat als voorbeeld hiervoor wordt genoemd.