8.2 Je ademt

8.2 Je ademt 
Open lesson-up 
Log in met de code

1 / 20
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

8.2 Je ademt 
Open lesson-up 
Log in met de code

Slide 1 - Slide

Wat gaan we vandaag doen? 
Paragraaf 8.1 herhalen
Paragraaf 8.2 bespreken
Zelfstandig werken

Slide 2 - Slide

Wat weet je nog?
Herhaling paragraaf 8.1

Slide 3 - Slide

De organen
Kan jij de organen benoemen? 

Steek je hand in de lucht als je het weet!

Slide 4 - Slide

Cellen
Je cellen bestaan uit verschillende onderdelen. 

Wat is de functie van deze onderdelen?

Slide 5 - Slide

Hoe komen je spieren aan energie?
                               Energie nodig om samen te trekken
                               Energie uit energierijke stoffen (glucose)
                              Verbranding van glucose --> energie


Slide 6 - Slide

mond, slokdarm, lever, maag, dunne darm, dikke darm, anus
neusholte, mondholte, luchtpijp, long
bloedvaten, hart
nier, urineleider, blaas, urinebuis
hersenen, ruggenmerg, zenuwen
Bloedvatenstelsel
Ademhalingsstelsel
Verteringsstelsel
Uitscheidingsstelsel
Zenuwstelsel

Slide 7 - Drag question

Vul de verbranding in:
..............+...............-> ..............+...............+................

Slide 8 - Open question

Paragraaf 8.2 Je ademt 

Slide 9 - Slide

Hoe haal je adem?
De longen liggen binnen in je borstkas.

Als je inademt, worden je longen groter:
ribben omhoog en middenrif plat → borstkas groter → longen groter → lucht in de longen.
Als je uitademt, worden je longen kleiner:
ribben omlaag en middenrif bol → borstkas kleiner → longen kleiner → lucht uit de longen.

Borstademhaling: je ribben bewegen.
Buikademhaling: je middenrif beweegt.



Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Hoe komt lucht in je longen?
De weg van lucht: 
neusholte → keelholte → luchtpijp → bronchiën → luchtpijptakjes → longblaasjes.

In de luchtpijp en bronchiën zitten kraakbeenringen. Die houden de luchtpijp en bronchiën open.

Slide 12 - Slide

Hoe komt zuurstof in je bloed?
Om de longblaasjes zitten haarvaatjes.
Zuurstof gaat vanuit de longblaasjes naar het bloed.
Koolstofdioxide gaat vanuit het bloed naar de longblaasjes.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Ademen... door je neus of toch door de mond?

Slide 15 - Slide

Neus ademhaling
Neus haren houden grove deeltjes tegen met het neusslijmvlies. Hieraan blijven fijne stofdeeltjes en ziekteverwekkers kleven. Trilhaarcellen verplaatsen het slijm naar de keelholte.
  • Je neus "keurt" de lucht
  • Je neus houdt stof tegen
  • Ingeademde lucht wordt vochtig en warm

Slide 16 - Slide

Waarom moet je ademhalen door je neus? 

Slide 17 - Slide

Slijmvlies
  • De binnenkant is bekleed met slijmvlies.
  • In het slijmvlies zitten slijmcellen die slijm maken
  • en trilhaarcellen met trilharen.

Slide 18 - Slide

Welke voordelen heeft een neusademhaling vergeleken met mondademhaling? Noem 3 punten.

Slide 19 - Open question

Aan de slag
Maak opdracht 3 tot en met 17 van paragraaf 8.2
Paragraaf 8.1 is nu af. 
Klaar? Maak zelf samenvatten en Test Jezelf van paragraaf 8.1 en 8.2 + leren voor SO.

Slide 20 - Slide