M3A - Les 13 - Sparen

Welkom bij Economie in Mavo 3
Les 13
Prinsjesdag
Rente berekenen
1 / 28
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Welkom bij Economie in Mavo 3
Les 13
Prinsjesdag
Rente berekenen

Slide 1 - Slide

Afspraak: we zitten volgens de plattegrond

Slide 2 - Slide

De afspraak is ....
Te veel waarschuwen:

1.    Naam op het bord
2.   Streepje = 15 begrippen 2x overschrijven
3.   Op de gang
4.   U-tje

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?

  • Start + Welkom

  • Actualiteit: Prinsjesdag
  • Instructie: rekenen met rente

  • Aan het werk

  • Afsluiten

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Welke begrippen horen NIET bij Prinsjesdag?
Hoedjes
Kroon
Troonrede
Miljoenennota
Stembiljetten
Rijksbegroting
Koffertje
Referendum
Minister van Financiën
Bordesfoto

Slide 8 - Drag question


Wanneer is het Prinsjesdag?
A
De eerste dinsdag van september
B
De tweede dinsdag van september
C
De derde dinsdag van september
D
De vierde dinsdag van september

Slide 9 - Quiz


Wat wordt er tijdens Prinsjesdag door de koning voorgelezen?
A
De Miljoenennota
B
De Rijksbegroting
C
De regeringsagenda
D
De Troonrede

Slide 10 - Quiz

 Wat zit er in het koffertje van 
de Minister van Financiën?
Troonrede
-------- ----- ----- ----- -- ------ ------- ---- -------- ------- --- --- ------ -
Rijksbegroting
  • ----- ---- --
  • ----- - - ---
  • --- - - -----
  • -- ----- ---
                     
Grondwet
  1. ----- --- 
  2. ----- ---
  3. -- --- --
  4. --- -- ---
Stembiljet
  • ----- --- 
  • ----- ---
  • -- --- --
  • --- -- ---
Miljoenennota
          ------ 
             ----
          ------
               ---
            ----- €

Slide 11 - Drag question

Koppel de woorden aan het 
juiste icoon.
"Leden van de 
Staten Generaal"
Statement maken
Minister van Financiën
Start van het regeringsjaar
Inkomsten en uitgaven van NL

Slide 12 - Drag question

Leerdoelen
Na deze les weet je welke verschillende spaarvormen en welke verschillende spaarrekeningen er zijn, wat het verschil is tussen enkelvoudige rente en samengestelde rente is en je kunt hiermee rekenen.  

In deze les worden de begrippen inflatie en koopkracht benoemd. Je kijkt hoe dit samenhangt met de inkomens. 

Slide 13 - Slide

Spaarvormen
Als je gaat sparen kun je bij de bank kiezen voor verschillende spaarvormen:
  • bij elke spaarvorm gelden andere regels;
  • soms meer rente als je het spaargeld een tijd vastzet;
  • soms bonusrente, bijv. als je gedurende een bepaalde tijd geen geld opneemt;
  • soms boeterente als je eerder geld opneemt dan de afgesproken periode.

Slide 14 - Slide

Hoeveel rente krijg je?

Dat is afhankelijk van de grootte van het bedrag en van de tijd dat je het op de bank laat staan.

Slide 15 - Slide

Verschillende spaarrekeningen
Je kunt bij de bank kiezen tussen twee verschillende soorten spaarrekeningen:
  • een spaarrekening waar je altijd geld vanaf kunt halen;
  • een spaardeposito waar je je geld vast zet voor een bepaalde periode en tussentijds niet mag opnemen.

Slide 16 - Slide

Wat voor soort rente krijgt je?
Enkelvoudige rente:
rente wordt per jaar uitgekeerd.

Samengestelde rente:
je ontvangt rente over rente.

Slide 17 - Slide

Enkelvoudige rente 

  • je krijgt rente aan het einde van het jaar uitbetaald
     op je betaalrekening (niet op je spaarrekening!)
  • je spaarbedrag blijft dus gelijk







Enkelvoudige rente = rentepercentage x spaarbedrag x jaren
EZELSBRUGGETJE: ENKELVOUDIGE rente = 
de EENVOUDIGE berekening!!!

Slide 18 - Slide

Voorbeeld enkelvoudige rente

Voorbeeld:

Rob heeft € 200 op zijn spaarrekening staan. De bank vergoedt 3% rente.


Rente na 1 jaar               

Slide 19 - Slide

Voorbeeld enkelvoudige rente

Voorbeeld:

Rob heeft € 200 op zijn spaarrekening staan. De bank vergoedt 3% rente.


Rente na 1 jaar               →  € 200 : 100 x 3 = € 6

Rente na 2 jaar              →  (€ 200 : 100 x 3) x 2 = € 12

Rente na 1 maand        →  (€ 200 : 100 x 3) : 12 = € 0,50 

Rente na 5 maanden  →  (€ 200 : 100 x 3) : 12 x 5 = € 2,50

Slide 20 - Slide

Samengestelde rente

  • de rente wordt bijgeschreven op je spaarrekening
  • het jaar erna krijg je rente over je spaarbedrag en
     over de ontvangen rente ('rente op rente')
Samengestelde rente = 
rentepercentage x (spaarbedrag + bijgeschreven rente)

Slide 21 - Slide

Rekenvoorbeeld samengestelde rente
Je hebt € 1.000 op je spaarrekening staan. Je krijgt 1% rente van de bank. Hoeveel euro rente heb je gekregen na 3 jaar als er sprake is van samengestelde rente?

1e jaar: 
2e jaar: 
3e jaar: 

Eind van het 3e jaar heb je € ,,,,,,+ € ..... + € ..... = € ..... rente ontvangen.

Slide 22 - Slide

Rekenvoorbeeld samengestelde rente
Je hebt € 1.000 op je spaarrekening staan. Je krijgt 1% rente van de bank. Hoeveel euro rente heb je gekregen na 3 jaar als er sprake is van samengestelde rente?

1e jaar: € 1.000 : 1 x 100 = € 10
2e jaar: € 1.010 : 1 x 100 = € 10,10
3e jaar: € 1.020,10 : 1 x 100 = € 10,20

Eind van het 3e jaar heb je € 10 + € 10,10 + € 10,20 = € 30,30 rente ontvangen.

Slide 23 - Slide

Wat voor soort rente krijgt je?
Bij een normale (internet)spaarrekening kun je constant geld opnemen. Dit geld is vrij opneembaar. Je krijgt variabele rente. Het rentepercentage kan elk moment veranderen.

Bij een spaardeposito kun je niet bij je geld. Je krijgt een vaste rente. Het rentepercentage staat vast voor een afgesproken periode. De rente is hoger dan bij een normale spaarrekening omdat de bank langer gebruik kan maken van jouw geld.

Slide 24 - Slide

Vragen?
VRAGEN?

Slide 25 - Slide

Aan de slag!
1.5B Sparen - Tab 3 t/m 8

KIJK JE WERK OOK KRITISCH NA

SUCCES!
timer
6:00

Slide 26 - Slide

Huiswerk

  • 1.5B Sparen - Tab 3 t/m 8

              KIJK JE WERK OOK
                  KRITISCH NA

Slide 27 - Slide

Tot morgen!

Slide 28 - Slide