09/ Blok 1, week 3, les 11B woorden met tijd


A
B
C
1 / 14
next
Slide 1: Quiz
TaalBasisschoolGroep 8

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson


A
B
C

Slide 1 - Quiz


A
Ik zorg ervoor dat ik als eerste klaar ben.
B
Ik lees de opdrachten voor morgen goed door.
C
Mijn zus zegt dat ze later advocaat wordt.

Slide 2 - Quiz

Slide 3 - Drag question


A
B
C

Slide 4 - Quiz


A
Mijn zus haalt mij heel soms op van school.
B
Mijn zus zit sinds kort op de middelbare school.
C
Ik schrijf op wat ik vandaag allemaal ga doe.

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Drag question


A
B
C

Slide 7 - Quiz


   
Welk woord hoort erbij?
A
de aanvang
B
jongstleden
C
de planning

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Drag question


   
Welk woord hoort erbij?
A
de aanvang
B
jongstleden
C
de planning

Slide 10 - Quiz


   
Welk woord hoort erbij?
A
de aanvang
B
jongstleden
C
het programma

Slide 11 - Quiz


   
Welk woord hoort erbij?
A
de aanvang
B
jongstleden
C
het programma

Slide 12 - Quiz

Bij welke zin hoort
aanvangen
A
Dat was een goede vangbal van de keeper.
B
De geblesseerde speler werd vervangen.
C
Over een uur begint de wedstrijd.

Slide 13 - Quiz

aan het werk
TAAL
Thema 1 - week 3- les 11 B

Alle opgaven

Slide 14 - Slide