Natuurlandschappen zijn:
- Landschappen die zijn gevormd door water, wind en ijs.
Het verband tussen de ijstijd en de vorming van landschappen:
- Vanuit het Noorden schoof de ijslaag halverwege Nederland. Doordat het ijs (de gletsjer) de grond opduwde ontstonden er hierdoor heuvels.
Het ontstaan van het Zand- en Lösslandschap beschrijven.
- In de Ijstijd was we een harde wind vanuit het westen en die nam veel zand mee. Bedekte vele gebieden in Nederland (Zandlandschap).
- De lichtere stofjes, hele fijne korrels (Löss), gingen verder Nederland in. Die kwamen aan in Limburg en vormde een het lösslandschap .