This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
§2.2
Het bestuur van de stadstaat
Slide 1 - Slide
Herinnering
Pak je schrift
Wat hebben we vorige les besproken?
Wie, Wat, Waarom, Wanneer
Slide 2 - Slide
Lesdoelen
Je kan uitleggen:
Wat monarchie, aristocratie, tirannie en democratie zijn
Hoe Athene werd bestuurd
Slide 3 - Slide
Acropolis
De acropolis (hoge stad) was het middelpunt van de stad. Het was een versterkte heuvel.
Tempel
De tempel was voor de Grieken erg belangrijk. Net als de Egyptenaren dachten de Grieken dat de goden invloed hadden op het dagelijks leven en ze moesten dus tevreden gehouden worden.
Agora
De agora was het marktplein. Hier konden burgers elkaar ontmoeten om te praten over het bestuur (politiek) en konden de handelaren handelen.
Stad
Om de acropolis groeide vaak een stad. Door de handel en veiligheid kwamen veel mensen hier wonen.
Platteland
Veel mensen woonden in de stad, maar de meeste mensen waren toch nog boer en woonden op het platteland.
Haven
De Grieken waren handelaren. Veel handel gebeurde over zee en bijna elke stad had dan ook een haven.
Stadsmuur
In de tijd van de Grieken werd veel oorlog gevoerd. Veel steden bouwden dus een stadsmuur om de stad en burgers te beschermen.
Onderdelen van de stadstaat (polis)
Slide 4 - Slide
Sleep de onderdelen van de polis naar de juiste plek
Acropolis
Agora
Platteland
Haven
Stadsmuur
Stad
Tempel
Slide 5 - Drag question
De koning is de baas
Tot 800 v.C. waren koningen de baas in de stadstaten
Een staat met een koning noemen we een monarchie
Maar de koningen verloren vaak hun macht
Slide 6 - Slide
De adel is de baas
Na de koningen werd de adel de baas in de stadstaat
Dit is een groep rijke mensen met veel aanzien
Deze bestuursvorm is een aristocratie
Aristocratie
Aristos (ἄριστος) = beste
Kratein (κρατεῖν) = heersen
Aristocratie= de beste heersen
Slide 7 - Slide
De tiran is de baas
Soms kreeg één aristocraat veel macht
Dit werd dan een alleenheerser
We noemen hem dan een tiran
Vaak was het volk blij met tirannie
Alleenheerser
Dat één persoon alle macht heeft
Slide 8 - Slide
Zet de uitleg bij de juiste bestuursvorm
Monarchie
Aristocratie
Tirannie
Een alleenheerschappij van een aristocraat
Een regering van mensen met aanzien
Een regering door één vorst
Slide 9 - Drag question
In een woonwijk moet de snelheidslimiet omhoog naar 50 km/u
A
Eens
B
Oneens
Slide 10 - Quiz
Vliegen moet duurder worden. Dan wordt er minder gevlogen en dat is beter voor het milieu
A
Eens
B
Oneens
Slide 11 - Quiz
Kinderen hoeven maar 4 dagen in de week naar school
A
Eens
B
Oneens
Slide 12 - Quiz
Democratie
Dit was een voorbeeld van democratie
Hierbij stemmen de burgers zelf over een idee
Athene was een democratie
Het stemmen gebeurde in de volksvergadering
Democratie
Demos (δεμος) = volk
Kratein (κρατεῖν) = heersen
Democratie = het volk heerst
Slide 13 - Slide
Filmpje
Democratie in Athene
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Video
Wie mocht in Athene stemmen?
A
Een vrouw
B
Een man
C
Een kind
D
Een slaaf
Slide 16 - Quiz
Wie mocht in Athene stemmen?
A
Een rijke man die naar Athene is verhuisd
B
Een vrouw die in Athene geboren is
C
Een arme man die naar Athene is verhuisd
D
Een man die in Athene geboren is
Slide 17 - Quiz
Aan de slag
wat Maak opdracht 8, 9 en 11
Hoe Lees de tekst "Goede sprekers" en "Schervengericht"
Doel Je weet hoe de vergaderingen gingen en wat schervengericht is
Hulp Lees de tekst op pagina 33 en werk samen
Tijd 10 minuten
Klaar? Maak opdracht 10
timer
10:00
Slide 18 - Slide
Resumé
Pak je schrift
Schrijf voor jezelf op (of bedenk 4 vragen over) wat we deze les besproken hebben