Paragraaf 5 Geld te kort

Programma
Herhaling paragraaf 3.4 vraag 7 samen bespreken!
Huiswerk maken paragraaf 3.4 
Uitleg en maken paragraaf 3.5
1 / 12
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Programma
Herhaling paragraaf 3.4 vraag 7 samen bespreken!
Huiswerk maken paragraaf 3.4 
Uitleg en maken paragraaf 3.5

Slide 1 - Slide

Reserveren
Een ander woord voor reserveren is ook wel afschrijven.

De formule is:
aanschafprijs - restwaarde : gebruiksduur = te reserveren bedrag


Schrijf dit op.

Slide 2 - Slide

Opgave
Je wil over een jaar een telefoon van € 760,- kopen. Van je ouders krijg je € 100,-. Hoeveel moet je per maand reserveren?
€ 760,- - € 100,- = € 660,- : 12 = € 55

Slide 3 - Slide

Wesley heeft een nieuwe laptop gekocht voor € 680. Wesley denkt dat hij zijn laptop 4 jaar gebruikt. Als de 4 jaar voorbij zijn, krijgt hij er niets meer voor. Hij denkt dat een nieuwe laptop over 4 jaar 10% duurder is. Hoeveel zal deze nieuwe laptop over 4 jaar kosten?
En hoeveel per maand moet hij reserveren?

Slide 4 - Open question

Wesley koopt een fiets van € 1.800. Deze fiets gaat ongeveer 10 jaar mee. Na 10 jaar krijgt hij nog € 450 voor de fiets terug. Stel, dat over tien jaar een nieuwe fiets € 2.100 kost.
Hoeveel moet Wesley 10 jaar lang per maand reserveren om deze fiets te kunnen kopen?

Slide 5 - Open question

Paragraaf 5
Geld te kort

Slide 6 - Slide

Leerdoelen
Ik kan uitleggen wat je kunt doen als je geld te kort komt

Slide 7 - Slide

Advies over geld

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

financiering=Manier waarop geld beschikbaar komt voor een aankoop
Een financieringsprobleem oplossen
  • bezuinigen op dagelijkse uitgaven
  • een aankoop of vervanging uitstellen
  • geld lenen 


Slide 10 - Slide

Nu maken rekentrainer
paragraaf 3.4 blz 108
klaar...
Maken paragraaf 3.5 vraag 1, 7, 10 niet
klassikaal zo vraag 12

Slide 11 - Slide

Huiswerk
Maken paragraaf 3.5 vraag 1, 7, 10 niet
klassikaal zo vraag 12

Slide 12 - Slide