3.10: te huur

3.10 te huur
Aan het einde van de les heb je woorden geleerd die te maken hebben met een huis.


1 / 13
next
Slide 1: Slide
NT2Middelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

3.10 te huur
Aan het einde van de les heb je woorden geleerd die te maken hebben met een huis.


Slide 1 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?
Herhalen 3.1 t/m 3.9
Uitleg over 3.10
Check 3.10
Opdrachten maken 3.10
Nakijken 3.10
Exit 3.10

Slide 2 - Slide

de school
A
B
C
D

Slide 3 - Quiz

Ingang
de gang
A
B

Slide 4 - Quiz

Op het internet..

Slide 5 - Slide

Druk
Rustig

Slide 6 - Slide

huren


 

geld betalen om iets van iemand anders te gebruiken 

Mijn ouders huren ons huis.

Op vakantie huur ik altijd een auto.

Slide 7 - Slide

Je hebt iets gekocht op internet. 

Slide 8 - Slide

zoeken

Slide 9 - Slide

druk
als er ergens veel mensen zijn of als iemand veel werk te doen heeft

druk - drukke 
druk - drukker - drukst

ZINNEN:
Dat was wel druk: werken in het ziekenhuis en in de muziek.
Ik heb een drukke baan.
Lekker druk of werkstress?

Slide 10 - Slide

druk

Slide 11 - Slide

rustig

Slide 12 - Slide

Woorden
de prijs
Wat is de prijs van deze broek?

Slide 13 - Slide