“De koning van Frankrijk is de machtigste prins van Europa. Hij heeft geen goudmijnen zoals zijn buurman, koning van Spanje; maar hij heeft meer rijkdom dan hij, omdat hij ze put uit de ijdelheid van zijn onderdanen, die onuitputtelijker is dan mijnen. We hebben hem grote oorlogen zien ondernemen of ondersteunen, zonder andere fondsen dan eretitels te verkopen, en door een wonder van menselijke trots werden zijn troepen betaald, zijn plaatsen voorzien en vloten bemand"
"Bovendien is deze koning een groot tovenaar: hij oefent zijn rijk uit over de geesten van zijn onderdanen; hij zet ze aan het denken zoals hij wil. Als hij maar een miljoen kronen in zijn schatkist heeft en er twee nodig heeft, hoeft hij hen er alleen maar van te overtuigen dat één kroon twee waard is, en zij geloven hem. Als hij een moeilijke oorlog moet voeren en hij heeft geen geld, hoeft hij ze alleen maar te vertellen dat een stuk papier geld is, en dat zijn ze ook. meteen overtuigd. Hij gaat zelfs zo ver dat hij hen laat geloven dat hij hen van allerlei kwalen geneest door ze aan te raken, zo groot is de kracht en de macht die hij over de geesten heeft."