Les 1B Verschillende gereedschappen

• Wereldoriëntatie
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 1

Wat gaan we leren?

Jullie leren: 

Welke materialen je nodig hebt voor een klus.

Waarop je moet letten als je klusjes doet.

Wat hebben jullie tijdens de vorige les geleerd?

Welke gereedschappen ken je al?

Verschillende gereedschappen

Waarop je moet letten als je met materialen werkt?

1. veilig werken

2. netjes werken

3. nauwkeurig werken.

Een schilderij ophangen. Hoe doe je dat? 

De leerkracht leest blz. 9 voor. 

Gereedschappen en materialen opbergen.

De leerkracht leest blz. 15 voor. 

Welke materialen heb je nodig bij het ophangen van een schilderij?

1. Hamer, kwast, plug, schroeven, waterpas
2. Hamer, plug, schroeven, waterpas
3. Hamer, plug, schroeven, waterpas en potlood.
4. Hamer, plug, schroeven, waterpas, gum, verfroller.

Welk gereedschap zie je op de afbeelding.

Wat is een waterpas?

1. Een gereedschap waarmee je kijkt of er lekkage is?
2. Een gereedschap waarmee je kijkt of iets recht hangt of staat?
3. Een gereedschap waarmee je een plug in de muur duwt.
4. Een gereedschap die meet hoe warm/ koud het water is.

Op welke drie dingen moet je letten als je met materialen werkt?

Op welke drie dingen moet je letten als je met materialen werkt?

1. 1. veilig werken 2. netjes werken 3.snel werken
2. 1. veilig werken 2. Slordig werken 3. rotzooi maken
3. 1. veilig werken 2. netjes werken 3. nauwkeurig werken
4. 1.veilig werken 2. gezellig werken 3. alles netjes achterlaten.