Samenvatting hoofdstuk 6

Tweede Wereldoorlog
1 / 39
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Tweede Wereldoorlog

Slide 1 - Slide

Onvrede Italië en Duitsland
Italië:
  • 'Winnaar WOI', geen buit
  • Slechte economische situatie
  • (Angst) voor communisme
Duitsland:
  • Hoofdschuldige WOI
  • Vernederend Verdrag v. Versailles
  • Hyperinflatie, falende economie
  • 'Weimar' lost problemen niet op
6.2B

Slide 2 - Slide

Fascisme
  • Niet individu belangrijk, maar volk
  • Eén sterke leider
  • Nationalisme: grootsheid van Italië moest terugkomen
  • Militaristisch: Vechten maakt volk harder en sterker
  • Totalitaire samenleving met strenge censuur 
6.2B

Slide 3 - Slide

Nationaal-socialisme
  • Fascisme met racisme
  • Volksgemeenschap
  • Verschillende mensenrassen die elkaar bestrijden (rassenleer)
  • Lebensraum ten koste van minderwaardige rassen
  • Germanen(Ariërs) übermenschen, Slavische ras (Oost-Europa) en Joden 'untermenschen' 
6.2D

Slide 4 - Slide

Een nieuwe oorlog
  • Afspraken Versailles verbroken, o.a. nieuwe wapens, dienstplicht, bezetting Rijnland
  • 'Heim ins Reich', zoals Anschluss en Sudetenland, en Lebensraum
  • Appeasement-politiek werkt niet
  • Niet-aanvalsverdrag DUI en SU
  • Inval Polen onacceptabel; FR en GB verklaren DUI de oorlog

Slide 5 - Slide

Verloop strijd in Europa
  • Blitzkrieg in Scandinavië, NL, België en Frankrijk in mei 1940
  • Battle of Britain
  • Operatie Barbarossa; aanval op Sovjet-Unie in juni 1941

  • Na nederlaag bij Stalingrad moet Duitsland in defensief
  • Tweede front in Normandië: D-day
  • Zelfmoord Hitler, capitulatie DUI

Slide 6 - Slide

Oorlog in Azië
  • Japans imperialisme
  • Bondgenootschap DUI en Italië 
  • Aanval op VS bij Pearl Harbour
  • Verovering van koloniën, o.a. Indonesië
  • VS gaat meedoen aan de oorlog
  • Japan weigert zich over te geven, gevechten eiland per eiland
  • Na atoombom capitulatie Japan

Slide 7 - Slide

Begin Duitse bezetting
  • Hoop op Nederlandse neutraliteit

  • 10 mei 1940: Duitse inval
  • Opmars trager dan verwacht
  • Ultimatum en bombardement Rotterdam (door een vergissing)
  • Overgave, regering naar Londen
  • Duitse hoop op steun van NL'ers
  • Oproep zoveel mogelijk mee werken om invloed uit te oefenen!
6.4A

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Accommoderen, collaboreren, verzet
  • Accommodatie: aanpassen
  • NSB enige toegestane partij
  • Werken samen met de Duitsers, vervangen ongehoorzame burgemeesters = collaborateurs
  • Groei verzet naarmate geweld door Duitsers toeneemt, o.a. na invoering Arbeitseinsatz
  • Aanslagen, kranten, onderduiken
6.4C

Slide 10 - Slide

Razzia's
  • Vrij snel anti-Joodse (antisemitische) maatregelen
  • Februari 1941: Eerste razzia als vergelding
  • Februaristaking door communisten georganiseerd, met geweld neergeslagen
  • Samenwerking kwam er niet! 
6.4D

Slide 11 - Slide

Bevrijding
  • Najaar 1944: Zuiden Nederland bevrijd tijdens Market Garden
  • Spoorwegstaking om Duitse bezetter te dwarsbomen
  • Door staking te weinig voedsel en brandstof naar de randstad
  • Gevolg: Hongerwinter, extreme kou en 20k slachtoffers
  • Mei 1945: Bevrijding rest van NL
6.4E

Slide 12 - Slide

Toenemend antisemitisme

  • Joden zorgden voor 'verzwakking' voor het ras waar ze 'te gast' waren
  • Wat gebruikt werd door de Jood, ging ten koste van Germaan
  • Propaganda: Haat tegen Joden wordt aangewakkerd door nazi's
  • Censuur: tegengeluid verdwijnt
  • Intimidatie Joden door nazi's, politie kijkt toe (Kristallnacht)
6.5A

Slide 13 - Slide

Rassenwetten en uitsluiting
  • Neurenberger rassenwetten: vastgelegd wat Joden 'mochten'
  • Verlies burgerrechten voor Joden
  • Buiten maatschappij geplaatst
  • Inperking bewegingsvrijheid
  • Ariërverklaring voor ambtenaren
  • Davidster, 'J' in persoonsbewijs
  • Ontstaan Poolse getto's
6.5C

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Eindoplossing
  • Zoektocht naar eindoplossing voor 'Jodenvraagstuk'; eerst Madagaskarplan, later besluit dat alle Europese joden dood moeten: de Endlösung.
  • Wannseeconferentie, net buiten Berlijn
6.5E

Slide 16 - Slide

Holocaust
  • Deel van de joden zaten al in concentratiekampen
  • Experimenten met vergassen
  • Vanuit West-Europa gedeporteerd naar doorvoerkampen (Westerbork), vervolgens naar vernietigingskampen (Auschwitz)
  • Zes miljoen doden
6.5F

Slide 17 - Slide

Titel (LD)
  • Tekst

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Wat is GEEN kenmerk van het fascisme?
A
Sterke leider
B
Vrijheid van meningsuiting
C
Nationalisme
D
Militarisme

Slide 20 - Quiz

Welk kenmerk is een verschil tussen het fascisme en het nationaalsocialisme?
A
Haat tegen communisten
B
Militarisme
C
Sterke leider
D
Rassenleer

Slide 21 - Quiz

Wie waren de doelwitten van Hitlers beleid ten aanzien van Lebensraum?
A
Oost-Europese landen en volken
B
West-Europese landen
C
Afrikaanse kolonies
D
Zuid-Amerikaanse landen

Slide 22 - Quiz

Welke groep werd als übermenschen geclassificeerd?
A
Slaven
B
Zigeuners
C
Arische mensen
D
Joden

Slide 23 - Quiz

Wat betekent Heim ins Reich in de ideologie van het nationaalsocialisme?
A
Een streven naar culturele diversiteit.
B
Een oproep tot internationale samenwerking.
C
Het verlangen naar vrede en harmonie.
D
Het streven naar annexatie van Duitssprekende gebieden.

Slide 24 - Quiz

Bondgenootschappen Tweede Wereldoorlog
As-mogendheden
Geallieerden
Neutraal
Rusland
Italië
Japan
VS
Groot-Brittannië
Duitsland
Frankrijk
Nederland

Slide 25 - Drag question

Welke gebeurtenis vormde het keerpunt van de Tweede Wereldoorlog in Europa?
A
De slag om Berlijn
B
De Slag om Stalingrad
C
Het bombardement op Hiroshima
D
De invasie van Normandië

Slide 26 - Quiz

Welk land viel de Verenigde Staten aan tijdens de Tweede Wereldoorlog?
A
Japan
B
Rusland
C
Duitsland
D
Italië

Slide 27 - Quiz

Welke gebeurtenis vormde het einde van de Tweede Wereldoorlog?
A
Bevrijding van Auschwitz
B
Vrede in Europa
C
Conferentie van Potsdam
D
Atoombom op Japan

Slide 28 - Quiz

Welke gebeurtenis zorgt ervoor dat Nederland capituleert tijdens de Tweede Wereldoorlog?
A
Slag om Arnhem
B
Inname van Den Haag
C
Bombardement Rotterdam
D
Slag om de Grebbeberg

Slide 29 - Quiz

Waarom probeerden de Duitsers de Nederlanders gunstig te stemmen tijdens de Tweede Wereldoorlog?
A
Ze wilden de Nederlanders als bondgenoten winnen
B
Ze wilden de Nederlanders dwingen tot collaboratie
C
Ze wilden de Nederlanders ontwapenen
D
Ze wilden de Nederlanders onderdrukken

Slide 30 - Quiz

Wat is de betekenis van het woord 'razzia'?
A
Een vreedzame bijeenkomst van buurtbewoners.
B
Een onverwachte politie-inval om mensen te arresteren.
C
Samenwerken met de bezettingsmacht van een land.
D
Een massaal bombardement op een stad of land.

Slide 31 - Quiz

Wat is de betekenis van accommoderen tijdens de bezetting van Nederland in de Tweede Wereldoorlog?
A
Meewerken met de bezettingsmacht.
B
Actief verzet plegen tegen de bezetters.
C
Aanpassen aan de veranderende omstandigheden.
D
Het aanpassen van een woning voor onderduikers.

Slide 32 - Quiz

Welke impact had de Arbeitseinsatz tijdens de Tweede Wereldoorlog?
A
Nederlandse arbeiders werden goed behandeld
B
Dwangarbeiders werden naar Duitsland gestuurd
C
Nederland kreeg meer economische voordelen
D
De Nederlandse economie bloeide op

Slide 33 - Quiz

Welk gebeurtenis is een belangrijke oorzaak van de hongerwinter?
A
Invasie van Normandië
B
Slag om Arnhem
C
Bevrijding van Nederland
D
De spoorwegstaking van 1944

Slide 34 - Quiz

Wat was de reden dat Hitler vond dat de Joden geen plek hadden in Duitsland?
A
Economische concurrentie vermijden
B
Culturele assimilatie bevorderen
C
Politieke onrust voorkomen
D
Zorgen voor 'verzwakking' van het Arische ras

Slide 35 - Quiz

Wat was een belangrijk onderdeel van de Neurenberger rassenwetten?
A
Verbod op huwelijken tussen Joden en Duitsers
B
Afschaffing van rassendiscriminatie
C
Bevordering van culturele diversiteit
D
Gelijke rechten voor alle bevolkingsgroepen

Slide 36 - Quiz

Welke actie sloot Joden uit van de samenleving?
A
Mogelijkheid tot stemmen
B
Verplichte deelname aan sport
C
Uitsluiting van openbare voorzieningen
D
Toegang tot bibliotheken

Slide 37 - Quiz

Sleep het begrip naar de juiste omschrijving.
Getto
Deporteren
Doorvoerkamp
Concentratiekamp
Vernietigingskamp
Grote gevangenis
Tijdelijke vastzetting
Afgesloten wijk (voor Joden)
Kamp waar mensen vermoord worden
In gevangenschap wegvoeren

Slide 38 - Drag question

Wat hield de eindoplossing voor het Jodenvraagstuk in?
A
Het organiseren van Joodse immigratie naar andere landen.
B
Het bevorderen van de integratie van Joden in de samenleving.
C
De systematische uitroeiing van Joden tijdens de Holocaust.
D
Het verlenen van bescherming aan Joodse gemeenschappen.

Slide 39 - Quiz