2. Waterkringloop

Hoofdstuk 4
2. De waterkringloop 
1 / 31
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 4
2. De waterkringloop 

Slide 1 - Slide

Leerdoelen 
BK - KGT - TH
• Je weet hoe het water op aarde verdeeld is over zoet water, zout water en ijs.
• Je kunt de korte waterkringloop beschrijven
• Je kunt de lange waterkringloop beschrijven
HV 
• Je weet hoe het water op aarde is verdeeld over zout water en zoet water.
• Je kunt de korte waterkringloop beschrijven.
• Je kunt de lange waterkringloop beschrijven.
• Je weet waarom zeewater zout is.

Slide 2 - Slide

Blauwe planeet
2 soorten water:
  1. Zoet water: zit in............
  2. Zout water: zit in...........
Waarom heet onze planeet de blauwe planeet? 

Slide 3 - Slide

Omdat? 

Slide 4 - Slide

Zoet water 
Zout water 
gletsjers 
rivieren 
97%
zeeën
3%
meren 
rivieren
in de bodem
ijs 
waterdamp 
oceanen 

Slide 5 - Drag question

We gaan even verder inzoomen
Van al het water op de aarde is 3% ZOET
Maar waar zit dit zoete water dan in? 

Slide 6 - Slide

ijskappen en gletsjers 
grondwater 

oppervlakte
water
overig 
30,1%
0,9%
68,7%
0,3%

Slide 7 - Drag question

Begrippen 
  • Oppervlakte water: 
  • is al het zichtbare water op aarde: zeeën, oceanen, meren en rivieren. 

  •  Grondwater:  
  • is water dat in de bodem zit. 

  • Gletsjer: 
  • is een ijsmassa die langzaam vanuit een gebergte naar beneden schuift.

Slide 8 - Slide

Opdrachten
Wat: opdrachten maken.
Hoe: in je tafelgroep en alleen in stilte.
Hulp: Probeer het eerst zelf, als je er dan nog niet uit komt vinger opsteken!
Tijd: 10/15 min.
Uitkomst: nakijken via itslearning, kijken of je stof hebt begrepen. Is het niet af, dan is het huiswerk voor morgen.
Klaar: meld dit bij mij door je vingers op te steken!

Slide 9 - Slide

Opdrachten
BK:  1 t/m 6

KGT: 1 t/m 9

TH: 1 t/m 5

HV: 1 t/m 3

Slide 10 - Slide

Kringloop van het water
  1. de korte kringloop
  2. de lange kringloop 

Slide 11 - Slide

Begrippen 
  • Verdamping: 
  • water verandert in gas: waterdamp

  • Condenseren:
  • Waterdamp verandert in kleine waterdruppeltjes.

  • Infiltratie (HV):
  • Het water van de neerslag komt op de aarde terecht en zakt in de grond.

  • Evaportatie (HV): verdamping van het land.

Slide 12 - Slide


  • Hoe zou de kringloop langer kunnen duren?


  • Is zoet water eigenlijk wel de juiste term? 


  • Waarom blijft zeewater zout?

Slide 13 - Slide

Toetsvraag
  1. Teken de grote kringloop en zet de belangrijke woorden erbij in de tekening 
  2. Leg uit wat het verschil is tussen de lange en de korte kringloop
  3. Verklaar waarom het soms duizenden jaren kan duren voordat het water weer terugkomt in de oceaan? 

Slide 14 - Slide

Op de afbeelding zie je de korte kringloop van het water. Zet de woorden in de goede volgorde. 



1.
2.
3.
4. 
regen
verdampen
wolken
afkoeling

Slide 15 - Drag question

1
2
3
4
5
6
7
De zon verwarmt de oceaan
Er ontstaan wolken
Er ontstaat neerslag 
Oceaanwater verdampt 
Water valt terug in de oceaan
Waterdamp koelt af
Waterdamp stijgt op

Slide 16 - Drag question

Toetsvragen
De 3 toetsvragen moet je nu kunnen beatnwoorden

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Teken de lange kringloop in je schrift. Zet de volgende woorden erbij:
BK - KGT - TH: waterdamp - verdamping - condensatie - neerslag - grondwater
HV: evaporatie - infiltratie

Slide 19 - Open question

Opdrachten
Wat: opdrachten maken.
Hoe: in je tafelgroep en alleen in stilte.
Hulp: Probeer het eerst zelf, als je er dan nog niet uit komt vinger opsteken!
Tijd: 10/15 min.
Uitkomst: nakijken via itslearning, kijken of je stof hebt begrepen. Is het niet af, dan is het huiswerk voor morgen.
Klaar: meld dit bij mij door je vingers op te steken!

Slide 20 - Slide

Opdrachten
BK:  7 t/m 15

KGT: 10 t/m 16 

TH: 6 t/m 17

HV: 4 t/m 9

Slide 21 - Slide

Formatief toetsen
Ken je nu alles? 

Slide 22 - Slide

Welke letter hoort bij welk soort water?
BK
A
A = zout B = zout C = zoet
B
A = zoet B = zout C = zoet
C
A = zoet B = zoet C = zout
D
A = zout B = zoet C = zout

Slide 23 - Quiz

Waarom is de aarde een bijzondere planeet? BK
A
Omdat de aarde er blauw uitziet
B
Omdat de aarde groot en rond is
C
Omdat de aarde om de zon draait
D
Omdat op aarde veel water voorkomt

Slide 24 - Quiz

Wanneer duurt de lange kringloop het langst? BK

Slide 25 - Open question

Waar begint de waterkringloop
A
In de zee
B
In de bergen
C
Nergens, het is een kringloop
D
In de wolken

Slide 26 - Quiz

Wat bepaalt of de kringloop kort of lang is?
A
de zon
B
de wolken
C
de neerslag
D
de wind

Slide 27 - Quiz

Grondwater hoort bij...
A
Lange kringloop
B
Korte kringloop
C
Beide kringlopen
D
Hoort niet bij de kringloop

Slide 28 - Quiz

Waarom is zoet water eigenlijk een verkeerd begrip? TH

Slide 29 - Open question

Op welke manier komen er zouten in het water van de zee? TH

Slide 30 - Open question

Wat moet je nu kunnen en kennen? 
Je moet alle begrippen kunnen uitleggen. 
Je moet de lesdoelen kunnen beantwoorden.
Je moet een samenvatting of een mindmap kunnen maken.

Slide 31 - Slide