2. Parler: stel jezelf voor in het Frans (met alles wat je geleerd hebt) + verzin drie sleutelwoorden rondom 'reizen';
3. Écrire: nouvelles.
Slide 3 - Slide
Nouvelles
Salut mon ami,
Je te présente mon nouvel ami. Il s'appelle Sébastien. Il a quinze ans. Il habite à Angeren. On aime jouer à la console ensemble et on va souvent faire du foot. On est dans la même classe et il est très drôle et sympa.
Amitiés, X
Slide 4 - Slide
Il y a des questions? Oui = ... Non = x
Slide 5 - Open question
Les objectifs d'apprentissage
* Ik kan in groepjes verschillende spreekopdrachten uitvoeren.
* Ik kan gericht zoeken naar gegevens in informatieve teksten.
Slide 6 - Slide
PARLER II
1. In groepen: schrijf de opgezochte woorden in de chat.
2. Verschil voor elk woord een vraag.
Slide 7 - Slide
PARLER III
Je komt een winkel binnen en je ziet het volgende liggen:
- een fles water
- een broodje ham/kaas
- snoepjes
- een taart
- een stokbrood
- een rugtas
Maak er een goedlopend gesprek van!
Slide 8 - Slide
Dans un grand magasin
Vous allez dans un grand magasin à Carpentas avec vos parents. Vous voulez acheter des objets pour votre nouvelle chambre. Vous êtes le/la client(e).