Oktober - klas 1e - versie 2

Werk zelfstandig deze les door
Bepaal daarna waar je deze les nog tijd aan gaat besteden. Bijvoorbeeld:
- Grammatica
- Nummers
- Woordjes (quizlet?)
- Zinnen
1 / 24
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Werk zelfstandig deze les door
Bepaal daarna waar je deze les nog tijd aan gaat besteden. Bijvoorbeeld:
- Grammatica
- Nummers
- Woordjes (quizlet?)
- Zinnen

Slide 1 - Slide

Welk bepaald lidwoord (el of la) hoort er voor dit zelfstandig naamwoord?
palabra

Slide 2 - Open question

Welk bepaald lidwoord (el of la) hoort er voor dit zelfstandig naamwoord?
alumno

Slide 3 - Open question

plaats de zelfstandig naamwoorden bij het juiste lidwoord (als je het niet weet druk dan op het icoontje)
el = mannelijk la = vrouwelijk los = m mv las = v mv
el
los
la
las
profesora
 silas
música
carpetas
diccionario
 libro
bolígrafos
 alumos

Slide 4 - Drag question

chico
pueblo
ciudad
hermana
amigo
canción
El
El
El
La
La
La

Slide 5 - Drag question

SER
Sleep de vervoeging naar de juiste persoon
Yo


él/
ella
usted
Nosotros/as
Vosotros/as
Ellos/
ellas/
ustedes
Son
Somos

Es 
Eres

Sois
Soy

Slide 6 - Drag question

Sleep het antwoord naar de juiste plek!
3.  ¿Vosotros...........italianos?
1. Raquel.........una chica muy inteligente.
2. Carlos y yo................muy buenos amigos. 
5. Tú...........muy guapo.
4. María y Marta.................alumnas.
6. Yo.....profesor de español.
soy
eres
son
sois
somos
es

Slide 7 - Drag question

¡Hola! yo __________ Silvia. 
Victor vive en España.
Él ___________ español. 
María y Victoria _______________ amigas. 
¿De dónde ___________ tú?
Nosotros _____ de Barcelona.
¿María y tú .......... españolas?
soy
es
son
eres
somos
sois

Slide 8 - Drag question

Wat is het meervoud van "el libro"?
A
las libros
B
los libro
C
el libros
D
los libros

Slide 9 - Quiz

meervoud van profesor :
A
profesora
B
profesores
C
profesoros
D
profesoras

Slide 10 - Quiz

meervoud van ciudad:
A
ciudados
B
ciudads
C
ciudades
D
ciudadas

Slide 11 - Quiz

meervoud van bolígrafo
A
boligrafes
B
bolígrafos
C
boligrafs
D
bolígrafas

Slide 12 - Quiz

meervoud van estudiante
A
estudiantees
B
estudiantes
C
estudiantos
D
estudiantas

Slide 13 - Quiz

Zet in het meervoud:
el deporte + la dificultad

Slide 14 - Open question

Combineer de woorden met de kleuren
amarillo
azul
negro
gris
rojo
verde
blanco
naranja
rosa
marrón

Slide 15 - Drag question

Welke nummers hoor je hier? (laat een spatie tussen de nummers)

Slide 16 - Open question

Schrijf het getal op in het Spaans: 13

Slide 17 - Open question

schrijf het getal op in het Spaans
20

Slide 18 - Open question

schrijf het getal op in het Spaans
8

Slide 19 - Open question

Hoe vraag je: "Spreek je Spaans?"

Slide 20 - Open question

Hoe vraag je: "Hoe heet je?"

Slide 21 - Open question

Hoe vraag je: "Waar woon je?"

Slide 22 - Open question

Hoe vraag je: "Hou oud ben je?"

Slide 23 - Open question

Kies oefeningen / zoek op internet / lees de theorie nogmaals
Bijv:  (on)bepaalde lidwoorden:

Quizlet: 

Slide 24 - Slide