kaartjes schrijven
1 / 28
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
ansichtkaarten
Slide 2 - Mind map
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Wat zeg of schrijf je als iemand ziek is?
A
Gefeliciteerd
B
Gecondoleerd
C
Beterschap
D
Goedemorgen
Slide 17 - Quiz
Gefeliciteerd......... je verjaardag
A
op
B
van
C
voor
D
met
Slide 18 - Quiz
Wat schrijf je op een kaartje vanuit je vakantieland?
A
gefeliciteerd
B
groetjes uit ...
C
sterkte
D
veel beterschap
Slide 19 - Quiz
Je geeft een feestje. Je stuurt je vrienden een kaartje met een
A
beterschap
B
gefeliciteerd
C
uitnodiging
D
hoera
Slide 20 - Quiz
Waar zet je het adres op een envelop?
A
rechtsboven
B
linksboven
C
in het midden
D
op de achterkant
Slide 21 - Quiz
Waar zet je het adres op een kaartje?
A
aan de linkerkant
B
aan de rechterkant
C
aan de bovenkant
D
aan de onderkant
Slide 22 - Quiz
Van ________ gefeliciteerd met je verjaardag!
Slide 23 - Open question
Je oma is ziek. Je stuur haar een kaartje en schrijft daarop:
Slide 24 - Open question
De oma van je buurjongen is overleden. Je schrijft hem een kaartje met daarop:
Slide 25 - Open question
Wat zet je op een kaartje aan twee mensen die gaan trouwen?
Slide 26 - Open question
Je schrijft een bedankje aan je tante die je een cadeautje voor je verjaardag heeft gestuurd. Wat schrijf je?
Slide 27 - Open question
Zet in de goed volgorde:
Postweg 12 - Amsterdam - Anneke Jansen - 1524 BM
Postweg 12 - Amsterdam - Anneke Jansen - 1524 BM
