VWO 4 vrijdag 5 februari 2021

• Duits
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Ik ben... met Tschik.

1. nog niet begonnen
2. aan het begin
3. over de helft
4. helemaal klaar

Het boek Tschik gaat over:

Der Krimi/ die Krimis

Der Notausgang/ die Notausgänge

Die Übung/ die Übungen

Die Reihe/ die Reihen

spannend

Detektive

Nooduitgangen

Oefeningen

rij

Spannend

Wie war die... im Stadion?

1. Notausgänge
2. Sportplätze
3. Stimmung
4. Trainer

Wat betekent "Werbung"?

Hoe vertaal je "het weerbericht" in het Duits?

Wie macht man das Präteritum?

Welches Verb verwende ich?

1. Starkes Verb
2. Schwaches Verb
3. Unregelmäßiges Verb

Starkes Verb

de stamklinker verandert. Bijvoorbeeld:

ich schlafe --> ich schlief

er schreibt --> er schrieb

Schwaches Verb

in de verleden tijd voeg je te, t, of e toe:

Ich mache--> ich machte

du machst --> du machtest

er macht --> er machte 

Plural Schwaches Verb

wir machen --> wir machten

ihr macht --> ihr machtet

sie/Sie machen --> sie /Sie machten

Haben und sein sind unregelmäßig

Die kennen jullie uit het hoofd

Wat is de verleden tijd van haben?

Maak opgave 31, 32, 33 

(blz.130-131)

van Hoofdstuk 3 Teil 1, E Schreiben.

Hulpmiddelen zijn: de woordenlijst op bladzijde 260-262 van het boek. Wat niet af is, is deel van het huiswerk voor de volgende les. 

Let op: 

Plan zelfstandig je leerwerk in.

Leer bijvoorbeeld de lernliste D en de Redemittel D.