w2, modalverben und perfekt 8.m

Wien 
woche 2
Kapitel 5
lektion 5.1/ 5.2
1 / 23
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Wien 
woche 2
Kapitel 5
lektion 5.1/ 5.2

Slide 1 - Slide

Lernziele
Ich kenne die Modalverben
Ich kann einen Text lesen
ich kenne den Partizip Perfekt aud d/t/m/n

Slide 2 - Slide

Die Modalverben

Slide 3 - Slide

Fragen zu den Hausaufgaben
hat jemand welche?

Slide 4 - Slide

Gemeinsames Lesen

Slide 5 - Slide

Zungenbrecher

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Schwache verben
vdw -> ge + stam + t + (vorm van haben, sein)
gewohnt
gespielt
eindigt altijd op -t

Slide 8 - Slide

Ich habe gewohnt
Er hat gespielt

Slide 9 - Slide

Verben auf - ieren
bijv: studieren
 gratulieren
krijgen alleen een -t achter de stam
vdw: gratuliert

Slide 10 - Slide

Verben auf op -d/-t/-chn/-tm/-gn
bijv: regnen
stam regn-
vdw is ge-stam-et!! (uitspraak!)
geregnet

Slide 11 - Slide

Hij heeft Tom begroet.
A
Er hast Tom begrüßt.
B
Er hat Tom gegrüßt.
C
Er hat Tom begrüßt.
D
Er hat Tom begegrüßt.

Slide 12 - Quiz

Beantworte die folgenden Fragen


üben wir!

Slide 13 - Slide

Heeft zij geantwoord?
A
Hat sie antwortet?
B
Hat sie geantwort?
C
Hat sie geantwortet?
D
Hast sie geantwortet?

Slide 14 - Quiz

Jij hebt te veel gepraat.
A
Du hat zu viel geredet.
B
Du hast zu viel geredt.
C
Du hat zu viel geredt.
D
Du hast zu viel geredet.

Slide 15 - Quiz

ik heb gehoord
A
ich habe hört
B
ich habe gehört
C
ich habe gehören

Slide 16 - Quiz

jij hebt georganiseerd
A
du hat organisiert
B
du hast georganisiert
C
du hat georganisiert
D
du hast organisiert

Slide 17 - Quiz

Zusammanfassung

Slide 18 - Slide

wat gebeurt er met werkwoorden die op t of d eindigen? hoe vorm je het voltooid deelwoord?

Slide 19 - Open question

Welke uitgang krijgen woorden op -ieren

Slide 20 - Open question

Lernziele
Ich kenne die Modalverben
Ich kann einen Text lesen
ich kenne den Partizip Perfekt auf m/n/d/t

Slide 21 - Slide

Hausaufgaben
machen 
Kapitel 5
Lektion 2 (5.2)

Slide 22 - Slide

Voltooide tijd:
zwakke werkwoorden: ge + stam + t
sterke werkwoorden: ge + stam + en
werkwoorden die eindigen op -ieren: stam + t

Slide 23 - Slide