This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Items in this lesson
boek op tafel
pen op tafel
rekenmachine op tafel
IPAD op tafel
Voor dat de les begint leg je je
Slide 1 - Slide
Programma
... paar vragen
Leerdoelen
Beetje uitleg
Weer een paar vragen
Zelfstandig aan het werk
Slide 2 - Slide
vervolg programma
Hoe was het ook al weer... paar vragen
nakijken opdrachten
Beetje uitleg
Weer een paar vragen
Zelfstandig aan het werk
Slide 3 - Slide
Huiswerk nakijken
Kader 6.1
Basis 5.1
Slide 4 - Slide
Welke 4 productiefactoren ken je?
Slide 5 - Open question
Het vullen van potje pindakaas wordt tegenwoordig door een machine gedaan
A
automatisering
B
mechanisatie
Slide 6 - Quiz
De jaarlijkse waardevermindering van een machine noem je de:
A
restwaarde
B
toegevoegde waarde
C
afschrijving
D
overwaarde
Slide 7 - Quiz
Een vulmachine voor pindakaas gaat 10 jaar mee. Calvé heeft de machine gekocht voor € 17.750,- en denkt deze nu nog te kunnen verkopen voor € 6.825,- . Wat is de afschrijving per jaar? (berekening)
Slide 8 - Open question
oplossing:
Afschrijving per jaar = (aanschafprijs - restwaarde) : aantal gebruiksjaren
Afschrijving per jaar = (17.750 - 6.825) : 10 = € 1.092,50
Slide 9 - Slide
Willem heeft een klusbus gekocht in maart 2015 voor € 25.000,-. Hij denkt dat de bus nu nog € 18.500 waard is. Wat is de afschrijving per jaar?
Slide 10 - Open question
oplossing:
Afschrijving per jaar = (aanschafprijs - restwaarde) : aantal gebruiksjaren
Afschrijving per jaar = (25.000 - 18.500) : 6 = € 1.083,33
Slide 11 - Slide
H 6.2 van alle markten thuis?
Slide 12 - Slide
Programma
Hoe was het ook al weer... paar vragen
Leerdoelen
Beetje uitleg
Weer een paar vragen
Zelfstandig aan het werk
Slide 13 - Slide
Leerdoelen
Aan het einde van de les:
- Wanneer spreken we over een markt in de economie?
- Bedrijven die aanbieden op dezelfde markt zijn ...?
- Waarmee kunnen bedrijven met elkaar concurreren?
Slide 14 - Slide
timer
1:00
Welke markten ken je nog?
Slide 15 - Mind map
Markt in de economie
Wanneer praten we over een markt?
Als er sprake is van VRAAG en AANBOD
Vraag: door consumenten
Aanbod: door producenten
Slide 16 - Slide
Kijkersvraag
Bedenk na het zien van het filmpje hoe het tijdens de winterse dagen ging met de vraag naar en het aanbod van schaatsen
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Video
Kun je uitleggen wat er met de prijs van schaatsen gebeurde toen er sinds jaren weer ijs lag? (gebruik vraag en aanbod in je antwoord)
Slide 19 - Open question
Als er meer aanbod is van een product betekent dat vaak dat er meer producenten het product aanbieden.
Deze producenten zijn elkaars concurrenten; ze bieden namelijk hetzelfde product aan op de markt.
Ze kunnen met elkaar concurreren door:
- lagere prijs
- hogere kwaliteit
- betere service
Slide 20 - Slide
even checken....
Aan het einde van de les:
* Wanneer spreken we over een markt in de economie?
* Bedrijven die aanbieden op dezelfde markt zijn ...?
* Waarmee kunnen bedrijven met elkaar concurreren?