Franse Revolutie deel 2

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vmbo k, t
• Leerjaar 1,2

Franse Revolutie deel 2

Terreur

1. Frankrijk heeft een grondwet
2. Nederland heeft geen grondwet

1. Beide goed
2. Beide fout
3. 1= goed 2 = fout
4. 1= fout 2 = goed

Frankrijk werd na de dood van Lodewijk xvi een

1. monarchie
2. republiek

De nieuwe leiders wilden veel dingen bereiken. Welke hoort er niet bij ?

1. onderwijs voor iedereen
2. kiesrecht voor iedereen
3. de staat zorgt voor werk voor de armen
4. edelen krijgen belangrijke banen

Deze periode na de dood van koning Lodewijk XVI heet ook wel

1. de monarchie
2. democratie
3. de terreur
4. absolutisme

Welke groep mensen was vooral slachtoffer van de terreur?

1. boeren
2. burgers
3. edelen
4. soldaten

Welke hoort niet bij de maatregelen van Robespierre?

1. dienstplicht werd ingevoerd
2. hamsteren werd verboden
3. er kwamen rantsoenkaarten
4. de prijs van het brood werd verhoogd

Robespierre hoorde bij

1. de eerste stand
2. de tweede stand
3. de derde stand
4. bij het leger

Robespierre was van beroep

1. rechter
2. advocaat
3. generaal
4. journalist

Vijanden van de revolutie werden

1. opgehangen
2. onthoofd
3. verbannen naar het buitenland
4. kregen een hoge geldboete

Marie-Antoinnette was de

1. vrouw van Robespierre
2. de vrouw van Napoleon
3. de vrouw van Lodewijk xvi
4. de dochter van koning Lodewijk xvi

Alle boeren en burgers waren voorstanders van de regering van Robespierre

1. Goed
2. Fout

Robespierre voerde de dienstplicht in. Veel mensen op het platteland vonden dit maar niks.

1. Goed
2. Fout

Napoleon veroverde ook Nederland. Welke maatregelen voerde hij niet in.

1. grondwet
2. godsdienstvrijheid
3. burgerlijke stand
4. kiesrecht voor iedereen

In 1794 kwam er een einde aan de regeer periode van Robespierre. Welke straf kreeg hij?

1. opgehangen
2. onthoofd
3. verbannen naar het buitenland
4. kregen een hoge geldboete