1.7 Grammatica - Talent

Nederlands klas 2

  • Pak je schrift en ga rustig zitten
  • Pak je leesboek , Talent en je etui op tafel
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Nederlands klas 2

  • Pak je schrift en ga rustig zitten
  • Pak je leesboek , Talent en je etui op tafel

Slide 1 - Slide

Lekker lezen
Pak je schrift en begin met lezen
We blijven stil zodat we allemaal rustig kunnen lezen



timer
10:00

Slide 2 - Slide

Check
Hoe voel je je op dit moment?
😒🙁😐🙂😃

Slide 3 - Poll


Startopdracht

Schrijf een zin op over hoe de voorlichting was.

1. De zin begint met een hoofdletter en eindigt met een punt. (of een uitroepteken)

2. Zet een streep onder de pv, het wg en het o.

Slide 4 - Slide

  • Gebruik je iPad alleen als dat nodig is. 
  • Wil je iets vertellen, graag je vinger omhoog.
  • We luisteren naar elkaar, ook om te leren.
  • We gaan niet naar de wc, tenzij het écht niet anders kan. 

Afspraken

Slide 5 - Slide

1.7 Grammatica
In deze paragraaf leer je:

* hoe je de persoonsvorm in een zin vindt
* hoe je een zin verdeelt in zinsdelen
* hoe je het werkwoordelijk gezegde vindt
* hoe je het onderwerp vindt
* hoe je het lijdend voorwerp vindt

Slide 6 - Slide

Talent  blz. 56

Maak aantekeningen, schrijf moeilijke woorden op en noteer de begrippen
Instructie en Aantekeningen

Slide 7 - Slide

Stappenplan zinsdelen

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

1.7 Grammatica
Leertekst Werkwoordelijk gezegde

In leerjaar 1 heb je het werkwoordelijk gezegde (wg) geleerd.
Het werkwoordelijk gezegde bestaat uit de persoonsvorm (pv) en alle andere werkwoorden in de zin.

           Martin heeft een broodje kaas gekocht.
           wg = heeft gekocht

Slide 10 - Slide

1.7 Grammatica
Leertekst Werkwoordelijk gezegde

Het werkwoordelijk gezegde (wg) bestaat uit alle werkwoorden in de zin.
Daar hoort ook de persoonsvorm (pv) bij!
Het werkwoordelijk gezegde bestaat dus uit de persoonsvorm (pv) en alle andere werkwoorden in de zin.

         Martin heeft een broodje kaas gekocht.
         wg = heeft gekocht

Slide 11 - Slide

1.7 Grammatica 
Hoe vind je ook al weer:

De persoonsvorm (pv)
Is altijd een werkwoord, je gebruikt de vraagproef of tijdproef
Het onderwerp (ond)
Stel de wie of wat vraag + de pv
Het werkwoordelijk gezegde (wg)
De pv + alle andere werkwoorden in de zin

Slide 12 - Slide

Aan het werk!

Ik wil graag nog meer uitleg
Ik ga de opdrachten uit het boek maken.

Slide 13 - Poll

Deze les
hoe zit het ook al weer?
Wat?
m. opdr. 1, 2, 3 (persoonsvorm)
Hoe?
Eerst de opdracht goed lezen.
Daarna de vragen beantwoorden in je werkboek .
Hulp
Vraag? Steek je vinger op.
Tijd
Timer
Klaar?
Online oefenen - versterk jezelf 
Opdracht 
timer
10:00

Slide 14 - Slide

Nakijken
herhalen...
Wat?
m. opdr. 4, 5, 6 (persoonsvorm, gezegde, onderwerp)
Hoe?
Eerst de opdracht goed lezen.
Daarna de vragen beantwoorden in je werkboek .
Hulp
Vraag? Steek je vinger op.
Tijd
Timer
Klaar?
online versterk jezelf /test jezelf
Opdracht 
timer
10:00

Slide 15 - Slide

Nakijken
even oefenen - lessonup...
Wat?
m. opdr. 7 t/m 11 (persoonsvorm, gezegde, onderwerp, lijdend voorwerp)
Hoe?
Eerst de opdracht goed lezen.
Daarna de vragen beantwoorden in je werkboek .
Hulp
Vraag? Steek je vinger op.
Tijd
Timer
Klaar?
extra oefenen m. opdr. 12 t//m 14 + online test jezelf
Opdracht 
timer
10:00

Slide 16 - Slide

1.7 Grammatica
In deze paragraaf leer je:
* hoe je de persoonsvorm in een zin vindt
* hoe je een zin verdeelt in zinsdelen
* hoe je het werkwoordelijk geegde vindt
* hoe je het onderwerp vindt

* hoe je het lijdend voorwerp vindt

Slide 17 - Slide

HOE GING HET DEZE LES?
😒🙁😐🙂😃

Slide 18 - Poll

Bij de les?

- Heb je de opdrachten af?
- Vragen?
Volgende les:

- verder met grammatica

Slide 19 - Slide