1.3 Diensten

Welkom
Opgeladen laptop op je tafel
Telefoon in de tas
Tas op het rek en Jas in je kluis/ aan de kapstok
1 / 26
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Welkom
Opgeladen laptop op je tafel
Telefoon in de tas
Tas op het rek en Jas in je kluis/ aan de kapstok

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan we vandaag leren?
De meeste mensen in Nederland werken in de dienstensector, Ze werken in winkels, restaurants, het transport, ziekenhuizen, scholen en vooral in kantoren. Hoe ziet de dienstensector in Nederland eruit?

Leerdoel: Hoe ziet de dienstensector in Nederland eruit?

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Video

This item has no instructions

Wat is geen voorziening?
A
Politiebureau
B
Openbaar vervoer
C
Kerk
D
Kantoorpand

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Welk antwoord hoort bij een voorziening zonder een baliefunctie
A
Ziekenhuis
B
Kapper
C
Verzekeringskantoor

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Wat zijn voorzieningen?
A
Activiteiten
B
Woningen
C
Iedereen maakt er gebruik van; school, het parkje, sportclub.
D
Straten

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Wie heeft er meer voorzieningen?
A
Stad
B
Dorp

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Een restaurant is een voorbeeld van een voorziening met baliefunctie.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Geef per voorziening aan of het een gespecialiseerde voorziening is of niet.  
Let op: er zijn evenveel gespecialiseerde als niet gespecialiseerde voorzieningen. (
wel een gespecialiseerde voorziening
geen gespecialiseerde voorziening
Bakker
pretpark
meubelwinkel (zoals ikea)
Supermarkt
basisschool
Ziekenhuis

Slide 11 - Drag question

per fout 1p eraf.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Verzorgingsgebied
Reikwijdte

Slide 14 - Drag question

This item has no instructions

De reikwijdte kan zijn
A
5 km
B
10.000 klanten
C
het kan beiden

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Wat is 'reikwijdte'?
A
De afstand die klanten willen afleggen voor een bepaalde dienst.
B
De afstand die een dienst wilt afleggen om zichzelf aan te kunnen bieden.
C
Het verzorgingsgebied van een dienst.
D
Weet ik veel........

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Wat is reikwijdte?
A
Afstand tot voorzieningen
B
Afstand die klanten willen afleggen voor de voorzieningen
C
Hoe ver weg de klanten wonen
D
Het gebied waar de voorziening verantwoordelijk voor is

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Wat heeft het grootste verzorgingsgebied
A
Hema
B
Ikea
C
Blokker
D
Zeeman

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

De reikwijdte van de ikea is
A
groter dan die van een bakker
B
kleiner dan die van een bakker
C
ongeveer gelijk aan die van een bakker

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een verzorgingsgebied?
A
Gebied dat door één plaats wordt voorzien van goederen en diensten
B
Gebied waar verzorgingshuizen staan
C
Een winkelcentrum
D
Een woonwijk

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Wie heeft er een grotere reikwijdte?
A
Intertoys
B
Supermarkt
C
Sportschool
D
Academisch ziekenhuis

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Begrippen
Baliefunctie:                              Kenmerk van een bedrijf waar klanten zelf naartoe moeten om gebruik te maken van de producten of 
                                                   diensten van dat bedrijf.
Dagelijkse voorziening:             Voorziening waarvan je de diensten of producten vrijwel dagelijks nodig hebt.
Gespecialiseerde voorziening:    Voorziening waarvan je de diensten of producten maar een enkele keer nodig hebt, of waarvan maar enkele mensen gebruikmaken.
Reikwijdte:                                  De afstand die klanten bereid zijn om voor een dienst of een product af te leggen.
Verzorgingsgebied:                      Het gebied waar de klanten van een bedrijf of een voorziening wonen.
Voorziening:                                Een bedrijf of instelling waar je naartoe gaat om een product of een dienst te halen, die je nodig hebt 
                                                     om prettig te kunnen leven.

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Succescriteria
Wat moet je kennen en kunnen?
  • Je kunt uitleggen waarom er steeds meer mensen in de dienstensector werken.
  • Je kunt voorbeelden geven van diensten met en zonder baliefunctie.
  • Je kunt voorbeelden geven van dagelijkse en gespecialiseerde voorzieningen.
  • Je kunt voorbeelden geven van commerciële diensten.
  • Je kunt uitleggen wat de begrippen reikwijdte en verzorgingsgebied betekenen.

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Begrippen
Baliefunctie:                              Kenmerk van een bedrijf waar klanten zelf naartoe moeten om gebruik te maken van de producten of 
                                                   diensten van dat bedrijf.
Dagelijkse voorziening:             Voorziening waarvan je de diensten of producten vrijwel dagelijks nodig hebt.
Gespecialiseerde voorziening:    Voorziening waarvan je de diensten of producten maar een enkele keer nodig hebt, of waarvan maar enkele mensen gebruikmaken.
Reikwijdte:                                  De afstand die klanten bereid zijn om voor een dienst of een product af te leggen.
Verzorgingsgebied:                      Het gebied waar de klanten van een bedrijf of een voorziening wonen.
Voorziening:                                Een bedrijf of instelling waar je naartoe gaat om een product of een dienst te halen, die je nodig hebt 
                                                     om prettig te kunnen leven.

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Succescriteria
Wat moet je kennen en kunnen?
  • Je kunt uitleggen waarom er steeds meer mensen in de dienstensector werken.
  • Je kunt voorbeelden geven van diensten met en zonder baliefunctie.
  • Je kunt voorbeelden geven van dagelijkse en gespecialiseerde voorzieningen.
  • Je kunt voorbeelden geven van commerciële diensten.
  • Je kunt uitleggen wat de begrippen reikwijdte en verzorgingsgebied betekenen.

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag:
Wat?
§1.3 Opdrachten:  1 t/m 6
Hoe?
Eerste 10 minuten zelfstandig en in stilte.
Hierna mag je samenwerken en overleggen
Waar?
Learnbeat (via magister -> leermiddelen) 
Hulp?
- Theorie (                = bovenin links)
- Atlas 
- Docent 
Klaar?
 begrippen paragraaf 1.2 leren.
Niet af?
Huiswerk voor volgende les
Oefenen met de leerstof
timer
10:00

Slide 26 - Slide

This item has no instructions