6.1 Verschillen in welvaart

H6 Ontwikkelingslanden

6.1 Verschillen in welvaart
1 / 31
next
Slide 1: Slide
economieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

H6 Ontwikkelingslanden

6.1 Verschillen in welvaart

Slide 1 - Slide

6.1 Verschillen in welvaart
Aan het eind van de les kun je beschrijven:
* Hoe je het inkomen per hoofd van de bevolking kan uitrekenen.
* Wat nog meer van invloed is op de welvaart van een land.
* Waarom inwoners uit ontwikkelingslanden vertrekken.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Noem twee kenmerken van ontwikkelingslanden

Slide 4 - Open question

Inkomen per hoofd van de bevolking
Inkomen per hoofd van de bevolking = het gemiddelde inkomen per inwoner van een land.

Bijvoorbeeld:
Denemarken heeft een nationaal inkomen van € 302,5 miljard en heeft 5,9 miljoen inwoners.
Het nationaal inkomen in miljoenen = 302.500 miljoen
Het inkomen per hoofd van de bevolking is dan € 302.500 miljoen ÷ 5,9 miljoen = € 51.271

Slide 5 - Slide

Hoe bereken je het inkomen per hoofd van de bevolking?
A
Nationaal inkomen x aantal inwoners
B
Aantal inwoners: nationaal inkomen
C
Aantal inwoners + nationaal inkomen
D
Nationaal inkomen : aantal inwoners

Slide 6 - Quiz

Als je wilt weten hoe welvarend een land is, kijk je naar het...
A
nationaal inkomen
B
inkomen per hoofd van de bevolking
C
Exportvolume
D
Importbedrag

Slide 7 - Quiz

Wat is welvaart volgens jou?
A
Hoe goed je in je vel zit.
B
De mate waarin iemand in zijn / haar behoefte kan voorzien.
C
Als je per jaar € 55000 verdient of meer.

Slide 8 - Quiz

Welvaart vergelijken
Alleen het inkomen per hoofd zegt niet voldoende over de welvaart.
Je moet ook kijken naar:
1. de inkomensverdeling (gelijk of ongelijk)
2. koopkracht van het inkomen (hoogte van de prijzen)
3. grootte van informele productie in een land (zwart werk en zelfvoorziening worden niet geregistreerd, maar zorgen wel voor welvaart.)
4. aanwezigheid en kwaliteit van collectieve voorzieningen, zoals onderwijs en gezondheidszorg.

Slide 9 - Slide

Door zelfvoorziening kunnen mensen in hun behoeften voorzien zonder producten te ..............
Dit zorgt ervoor dat hun welvaart  ............................ wordt zonder dat er geld aan te pas komt.
Deze welvaart zie je ....................... terug in het BBP. 
Kopen
Maken
Kleiner
Groter
Niet
Wel

Slide 10 - Drag question

Zelfvoorziening en huishoudelijk werk zijn voorbeelden van ............. productie
A
Formele
B
Informele

Slide 11 - Quiz

Zelfvoorziening betekent dat mensen in hun behoeften voorzien door...
A
producten te kopen
B
Het te krijgen van de overheid
C
zelf te maken

Slide 12 - Quiz

Het inkomen per hoofd is in Qatar ongeveer 1,5x zo hoog als in
Oostenrijk. Kies een reden waarom je niet kunt zeggen dat Qatar dan 1,5x zo welvarend is als Oostenrijk.
A
De euro is meer waard dan de munt van Qatar.
B
In Qatar kunnen de prijzen hoger zijn dan in Oostenrijk.
C
Omdat Oostenrijk is lid van de Europese Unie.

Slide 13 - Quiz

Van een arm naar een rijk land
Redenen om te vertrekken uit ontwikkelingslanden:
  
Economisch: Inwoners vertrekken naar de EU of de VS om daar een baan te vinden of beter onderwijs te kunnen volgen

Politiek: In een land is veel terreur, een burgeroorlog of mensen worden vervolgd.

Slide 14 - Slide

Ayana uit Oeganda gaat in Nederland studeren. Dit is een:
A
Economische reden
B
Politieke reden

Slide 15 - Quiz

Emir wordt vervolgd in zijn land. Hij vlucht naar de VS.
A
Economische reden
B
Politieke reden

Slide 16 - Quiz

Jamal is uit Syrië gevlucht vanwege de burgeroorlog.
A
Economische reden
B
Politieke reden

Slide 17 - Quiz

Safiya uit Somalië zoekt werk in België.
A
Economische reden
B
Politieke reden

Slide 18 - Quiz

Wat is een Lorenzcurve?
A
Een Lorenzwat?
B
De Lorenzcurve geeft een beeld van het aantal inwoners in een land.
C
De Lorenzcurve laat zien hoe de bevolking in hun behoefte voor ziet.
D
De Lorenzcurve laat zien hoe de inkomensverdeling in een land is.

Slide 19 - Quiz

Inkomensverdeling
De Lorenzcurve laat zien hoe de inkomensverdeling in een land is.

Bij de groene stippellijn zouden alle inkomens gelijk zijn. 60% van de bevolking verdient dan ook 60% van het nationaal inkomen.

De blauwe kromme lijn (curve) geeft een ongelijke inkomensverdeling aan.
In dit voorbeeld verdient 60% van de bevolking slechts 20% van het nationaal inkomen.

Slide 20 - Slide

Waar zijn de inkomens het meest ongelijk verdeeld?

Slide 21 - Slide

Hoe noemen we de situatie waarin de oorzaak van het ene probleem een gevolg is van het vorige probleem?
A
Infrastructuur
B
Monocultuur
C
Vicieuze cirkel
D
Lorenzcurve

Slide 22 - Quiz

Veel ontwikkelingslanden zitten in een vicieuze cirkel
A
Juist
B
Onjuist

Slide 23 - Quiz

Vicieuze cirkel
Ontwikkelingslanden zitten vaak in een vicieuze cirkel:

De oorzaak van het ene probleem is het gevolg van een ander probleem.

Slide 24 - Slide

In ontwikkelingslanden komt nog vaak kinderarbeid voor.
Vul de vicieuze cirkel in. Je begint en eindigt bij 1.
1 Kinderen moeten bijdragen aan het gezinsinkomen.
2 Er kan geen productie plaatsvinden die veel oplevert.
3 Het inkomen in het land is laag.
4 Kinderen volgen geen onderwijs.
5 De bevolking is laag opgeleid.

Slide 25 - Open question

Vicieuze cirkel
Een vicieuze cirkel kan met hulp van buitenaf worden doorbroken.

Dat kan met ontwikkelingssamenwerking:
- het opheffen van protectiemaatregelen
- beter onderwijs
- betere gezondheidszorg

Slide 26 - Slide

Aan de slag!
Maak opgaven 
1, 3,4,5,6,8,10,11

van 6.1 Verschillen in welvaart

Blz. 170 t/m 173

Slide 27 - Slide

Ik weet hoe ik het inkomen per hoofd van de bevolking moet uitrekenen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 28 - Poll

Ik kan minimaal 2 aspecten benoemen die van invloed zijn op de welvaart van een land.
😒🙁😐🙂😃

Slide 29 - Poll

Ik weet wat een Lorenzcurve is
en hoe deze af te lezen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 30 - Poll

Ik kan uitleggen wat er met een vicieuze cirkel bedoeld wordt als er gesproken wordt over armoede.
😒🙁😐🙂😃

Slide 31 - Poll