Les 5, Hst. 5.1 en 5.2 Nakijken en herhalen

• Natuurkunde / Scheikunde
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Welkom bij NASK

Klas 2

Hoofdstuk 5: Water

Planning Periode 1

Les 1 = 5.1

Les 2 = 5.1

Les 3 = 5.2

Les 4 = 5.2

Les 5 = Nakijken + Oefenen

Les 6 = SO 5.1-5.2

Les 7 = 5.3

Les 8 = 5.3

Les 9 = 5.4

Les 10 = 5.4

Les 11 = SO H5.3-5.4

Les 12 = Bespreken SO + Herhaling

Les 13 = Herhaling

Les 14 = PW H5

Leerdoelen 

Aan het eind van deze les:

• Hebben we hoofdstuk 5.1 en 5.2 herhaald
• Je hebt de opdrachten van hoofdstuk 5.1 en 5.2 nagekeken

Hoofdstuk 5: Water

3 soorten water op aarde:

• Zout water
  

• Zoet water
  

• Brak water
  

Fasen

Vast -> Hagel, Ijs, Sneeuw

Vloeibaar -> Water, Regen, Mist

Gas ->Waterdamp

Faseovergang

Faseovergang

De waterkringloop

Mengsels met water

Een vaste stof in water

Wel oplosbaar  -> Oplossing  = Helder

Niet oplosbaar -> Suspensie = Troebel

Scheiden van een suspensie

Suspensie kun je laten bezinken 

Het vuil zakt naar de bodem.

Scheidingsmethodes:

• Bezinken + Afgieten
  
• Filtreren
  

Wat is filtreren?

Filterpapier vouwen

Suspensie in het filter schenken

Resultaat:

• Filtraat gaat er doorheen.
  
• Residu blijft in de filter
  

Vaste stoffen mengen met water

Wel oplosbaar = Oplossing = Helder 

Niet oplosbaar = Suspensie = Troebel

Suspensie kun je scheiden door 2 manieren:

• Bezinken + Afgieten
  
• Filtreren   (Residu & Filtraat)

Waarom zinkt een stof?

Waarom zinkt een stof?

Dichtheid = Het aantal gram van 1 cm³ van een stof

IJzer = 7,9 g/cm³

Hout = 0,7 g/cm³

Water = 1,0 g/cm³

Dichtheid

IJzer = 7,9 g/cm³

Hout = 0,7 g/cm³

Water = 1,0 g/cm³

Zinken -> IJzer

 Dichtheid ijzer is groter dan dichtheid water

Zweven -> Vis

 Dichtheid vis is gelijk aan dichtheid water

Drijven -> Hout

 Dichtheid hout is kleiner dan dichtheid water

Dichtheid - Water & Olie

Deze vloeistoffen mengen niet.

Welke stof zinkt/drijft?

Dichtheid: 

• Water = 1,00
  
• Olie = 0,92
  

Zelfstandig werken

BASIS

Lezen: Hoofdstuk 5.1 en 5.2 (blz. 9)

   Maken: Opdrachten 1 t/m 17 + 1 t/m 16

-------------------------------------------------------------------KADER

Lezen: Hoofdstuk 5.1 en 5.2  (blz. 8)

   Maken: Opdrachten 1 t/m 22 + 1 t/m 22

Nakijken

BASIS

Opdrachten 1 t/m 17 + 1 t/m 16

-------------------------------------------------------------------KADER

Opdrachten 1 t/m 22 + 1 t/m 22

Water dat je vanuit de lucht kan zien noem je?

1. Grondwater
2. Bronwater
3. Brak water
4. Oppervlakte water

Hoe heet de faseovergang van Vloeibaar naar Vast

1. Smelten
2. Stollen
3. Verdampen
4. Rijpen

Regen is

1. Zoet water
2. Brak water
3. Zout water
4. Bronwater

Wat is GEEN vloeibaar water?

1. Mist
2. Dauw
3. Hagel
4. Wolken

Vast

Vloeibaar

Gas

Regen

Mist

Sneeuw

Damp

Condens

IJs

Hagel

Wolken

Rijp

Hoe heet de faseovergang van gas naar vloeibaar?

1. Vervluchtigen
2. Verdampen
3. Condenseren
4. Rijpen