Periode 4 - Les 6 - Nieren, urinewegen en urine

Nieren en urinewegen
Urine en vochtbalans
1 / 34
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Nieren en urinewegen
Urine en vochtbalans

Slide 1 - Slide

Vandaag
  • Herhaling anatomie en fysiologie van de nieren: quiz!
  • Uitleg aldosteron en ADH
  • Bouw en functie urinewegen
  • Urine 

Slide 2 - Slide

Quiz!
Max 30 seconden per vraag
MC of juist/onjuist
Succes!

Slide 3 - Slide

Excretie is een ander woord voor uitscheiding
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quiz

Een nier weegt ongeveer 2 kg
A
juist
B
onjuist

Slide 5 - Quiz

Glucose is een normaal bestandsdeel van urine
A
juist
B
onjuist

Slide 6 - Quiz

s'Nachts wordt meer urine gevormd dan overdag
A
juist
B
onjuist

Slide 7 - Quiz

Filtratie vindt plaats in het eerste gekronkelde buisje
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quiz

Welk hormoon stimuleert de terugresorptie van water?
A
ADH
B
Aldosteron
C
Adrenaline

Slide 9 - Quiz

In welk onderdeel van het nefron vindt terugresorptie plaats?
A
Glomerulus
B
Lis van Henle
C
Verzamelbuis
D
Nierbekken

Slide 10 - Quiz

Waar vind je voorurine?
A
In de verzamelbuis
B
In het nierbekken
C
In het kapsel van Bowman
D
In de blaas

Slide 11 - Quiz

Uit welke onderdelen bestaat het nierlichaampje?
A
Nierslagader en glomerulus
B
Kapsel van Bowman en glomerulus
C
Nierschors en niermerg
D
Urineleider en plasbuis

Slide 12 - Quiz

Hoeveel bloed wordt per etmaal door de nieren gefilterd?
A
5-6 liter
B
40 liter
C
75 liter
D
180 liter

Slide 13 - Quiz

In welke situatie wordt ADH afgegeven?
A
Wanneer iemand heel veel water heeft gedronken
B
Wanneer iemand heel weinig water heeft gedronken

Slide 14 - Quiz

Hoe komt het bloed in de nieren terecht?
A
Via de nierslagader
B
Via de nierader

Slide 15 - Quiz

Welke stof vind je wel in de voorurine maar niet in de urine?
(bij een gezonde volwassenen)
A
Eiwitten
B
Ureum
C
Glucose
D
Vocht

Slide 16 - Quiz

ADH en aldosteron
Beide hormonen
ADH - hypofyse 
Aldosteron - bijnieren

Slide 17 - Slide

ADH en aldosteron
  • ADH stimuleert de terugresorptie van water
  • Aldosteron stimuleert de terugresorptie van natrium

  • Beide kunnen worden afgegeven wanneer de bloeddruk daalt en/of wanneer er sprake is van een afname van volume (vocht!) in de bloedbaan

Slide 18 - Slide

Bouw en functie urinewegen

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Urinewegen
Nier
Urineleider - ureter
Blaas
Plasbuis - urethra

Slide 21 - Slide

Urinewegen
  • Nadat de urine is gevormd verplaatst de urine zich vanuit de verzamelbuizen naar het nierbekken.
  • Van daaruit bereikt het de blaas via de urineleiders (peristaltische bewegingen
  • Blaas is een reservoir voor de opslag van urine

Slide 22 - Slide

Urinewegen
  • Mictieaandrang bij blaasvulling (350 cc)
  • Geen terugstroom naar nieren mogelijk: ventielfunctie
  • Blaas heeft twee kringspieren
  • Willekeurige en onwillekeurige kringspier
  • Urine verlaat de blaas via de urethra 

Slide 23 - Slide

Urinewegen: urethra
Verbinding tussen blaas en buitenwereld

  • Bij man ongeveer 20 cm, eerste deel door de prostaat
Overige deel door de penis, omgeven door zwellichamen
Ook afvoerbuis voor sperma

  • Bij vrouw ongeveer 2,5 – 4 cm
Mondt uit tussen de kleine schaamlippen vlak boven de vagina


Slide 24 - Slide

Urine

Slide 25 - Slide

Urine
Normale urine bestaat uit:
  • Water 95%
  • Zouten
  • Afvalstoffen
  • Ureum en urinezuur
  • Bilirubine
  • Celresten

Slide 26 - Slide

Afwijkingen urine
Aanwezigheid van:
  • Eiwitten
  • Glucose
  • Bloed
  • Ontstekingscellen
  • Nitriet (aanwezigheid van bacteriën)

Slide 27 - Slide

Diagnostiek urine
Diverse redenen om urine te onderzoeken:
 

  • Aantonen van een urineweginfectie
  • Aantonen bacterie en gevoeligheid voor antibiotica bepalen
  • Onderzoek naar aanwezigheid rode bloedcellen, glucose, eiwit
  • Onderzoek naar aanwezigheid van afwijkende cellen, kristallen, cilinders (zijn er aanwijzingen voor een nieraandoening?)

Slide 28 - Slide

Diagnostiek urine
  • Bij volwassenen: middenstroomurine ochtendurine
  • Bij niet-zindelijke kinderen: “clean catch middenstroomurine” (liever geen plaszakje gebruiken)


Slide 29 - Slide

Urinekweek

Slide 30 - Slide

Verzamelen van 24-uurs urine
https://www.youtube.com/watch?v=u6BeXfS1SEU

 

Slide 31 - Slide

24 uurs urine verzamelen

Enkele redenen voor verzamelen 24 uurs urine:

Bij diabetes mellitus, hypertensie, cortisolmeting bij vermoeden hormonale aandoening, vergiftiging, auto-immuunaandoening van de nieren

Slide 32 - Slide

Diagnostiek urine
Teststrip (dipsticks, urinestrips)
  • Screenen op aanwezigheid van erytrocyten, eiwit, nitriet, leukocyten, pH waarde, bilirubine, ketonen in urine
Dipslide/kweek met resistentiebepaling
  • Om welke bacterie gaat het en voor welke antibiotica is deze bacterie gevoelig?
Urinesediment (bezinksel)
  • Met microscoop beoordelen van urine na centrifuge. Er wordt gekeken naar de cellen en naar eventuele cilinders of kristallen.



Slide 33 - Slide

Volgende week:
Urineweginfecties
Nierstenen

Slide 34 - Slide