DISK thema ruzie taak 3 en woordenschat les 3

Thema Ruzie 
Taak 3 en woordenschat les 3
DISK thema 7
Leg nu op tafel:
Huiswerk
1 / 37
next
Slide 1: Slide
NT2ISK

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Thema Ruzie 
Taak 3 en woordenschat les 3
DISK thema 7
Leg nu op tafel:
Huiswerk

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
  • Vorige les herhalen
  • Woordenschat les 3
  • Taak 3 maken
  • Bouwstenen afmaken

Slide 2 - Slide

Pesten

Slide 3 - Mind map

Eerst ga ik naar voetbal, ....... ga ik eten.

Slide 4 - Open question

Jullie moeten nu stoppen met vechten!

Jullie moeten .... stoppen met vechten!
A
eerder
B
direct
C
daarna
D
tijdens

Slide 5 - Quiz

Het meisje begon ineens te gillen.
Het meisje begon ........ te gillen.
A
eenvoudig
B
flauw
C
plotseling
D
direct

Slide 6 - Quiz

Type hier een titel
Wat ga je in dit thema leren?
  • Je leest en schrijft een tekst over ruzie of een probleem; je praat over oplossingen.
  • Je leest over een ruzie goedmaken en je oefent daarmee.
  • Je praat over pesten en roddelen, je leest en bedenkt adviezen; je schrijft een e-email.
  • Je leest en schrijft reacties op pesten; je bespreekt ze samen.

Slide 7 - Slide

Doelen
Aan het einde van deze les:
- Kun je de woorden van woordenschat les 3 vertalen in je eigen taal en er een Nederlandse zin mee schrijven.

- Kun je samen een reactie bedenken op pesten en dit opschrijven.

- Kun je een email schrijven met advies over een situatie. 

  • Nieuwe woorden ->

Slide 8 - Slide

Type hier een titel
Woorden groep roze
We doen eerst de woorden van groep roze.
Groep groen kan beginnen aan de woordenlijst.

Schrijf voor elk woord de woordendriehoek in je schrift.
In je schrift:
De reactie: praten, antwoord, gevoel.

Slide 9 - Slide

Type hier een titel
Los
  • Mijn veter zit los.
Bewegen
Los
open
Niet vast

Slide 10 - Slide

Type hier een titel
Pikken

  • Je mag geen snoep pikken van anderen.
Afpakken
Pikken
Gemeen
Stelen

Slide 11 - Slide

Type hier een titel
Blijven
  • Ik moet vandaag tot vier uur op school blijven.
Hier
Blijven
Plaatsen
Wachten

Slide 12 - Slide

Type hier een titel
Vroeger
  • Vroeger speelde ik veel voetbal.
Toen
Vroeger
Tijd
Geleden

Slide 13 - Slide

Type hier een titel
Zoeken
  • Ik zoek mijn pen in mijn tas.
Goed kijken
Zoeken
Vinden
Kwijt

Slide 14 - Slide

Type hier een titel
Woorden groep groen
Nu doen we de woorden van groep groen.
Groep roze kan beginnen aan de woordenlijst.

Schrijf voor elk woord de woordendriehoek in je schrift.
In je schrift:
De reactie: praten, antwoord, gevoel.

Slide 15 - Slide

Type hier een titel
Allebei
  • Emma en Sara hadden allebei buikpijn van de ruzie.
Twee
Allebei
Tegelijk
Samen

Slide 16 - Slide

Type hier een titel
Allerlei
  • Emma zei dat Sara allerlei vervelende dingen deed.
Verschillende
Allerlei
Soorten
Veel

Slide 17 - Slide

Type hier een titel
Goedmaken
  • Ze probeerden de ruzie goed te maken.
Oplossen
Goedmaken
Beter
Ruzie

Slide 18 - Slide

Type hier een titel
Kwijtmaken
  • Emma dacht dat Sara haar gum had kwijtgemaakt.
niet vinden
Kwijtmaken
zoeken
Weg

Slide 19 - Slide

Type hier een titel
De last
  • Ze hadden last van de ruzie.
Niet leuk
De last
Pijn
Probleem

Slide 20 - Slide

Iedereen krijgt een wisbordje.

Slide 21 - Slide

  • We lezen samen vier verschillende situaties.
  • Bij elke situatie staan 3 reacties.
  • Schrijf op jouw wisbordje welke reactie jij het beste vindt.
  • We bespreken samen welke reactie jullie het beste vinden.

Opdracht 1

Slide 22 - Slide

Aram is een slimme jongen. Hij is klein en dun en hij praat niet zoveel. Hij loopt naar huis en dan schelden een paar jongens uit zijn klas hem uit.
Wat is de beste reactie?

a. Hij moet gewoon doorlopen en doen alsof hij de jongens niet hoort.
b. Hij moet terug gaan schelden; dan worden ze bang voor hem.
c. Hij moet gaan trainen op de sportschool, dan voelt hij zich beter.
Opdracht 1

Slide 23 - Slide

Joanne roddelt steeds over haar vriendin Simone. Simone wordt hier erg onzeker van.
Wat kan Simone het beste doen?

a. Simone moet zelf gaan roddelen over Joanne. Dan voelt Joanne hoe vervelend dat is.
b. Simone moet tegen Joanne zeggen: "Het doet me pijn als je zo over mij roddelt."
c. Simone moet tegen Joanne zeggen: "Je bent mijn vriendin niet meer."
Opdracht 1

Slide 24 - Slide

Mohammed leest online dat een jongen van school hem 's middags wil slaan. Die jongen heeft dat al eerder gedaan. Mohammed is heel bang.
Wat kan Mohammed het beste doen?

a. Mohammed moet tegen de jongen zeggen: "Stop met mij pijn doen."
b. Mohammed moet een paar vrienden vragen mee te vechten.
c. Mohammed moet het aan een docent vertellen. Dan kan hij de jongen straf geven.
Opdracht 1

Slide 25 - Slide

Hayat loopt op school door de gang. Ze gaat naar de kluisjes en ziet twee jongens. Ze doen vervelend tegen een meisje. Ze duwen haar tegen de muur. Ze doen dat heel vaak.

a. Hayat moet doorlopen. Anders gaan die jongens haar ook pesten.
b. Hayat moet het tegen de docent vertellen. Dan kan hij de ouders van de jongens bellen.
c. Hayat moet tegen de jongens zeggen: "Ik zie het wel, hoor! Stop daarmee! Jullie zijn stom bezig!
Opdracht 1

Slide 26 - Slide

Bedenk samen met je groepje ook een reactie op de vier stellingen die we net hebben besproken.

Opdracht 2: In groepjes
Hij moet ....
timer
15:00
Eerder klaar?
Zelf opdrachten maken in DISK

Slide 27 - Slide

Zeggen wat iemand het beste kan doen
Het advies

Slide 28 - Slide

Opdracht 3: Een email schrijven
Pedro stuurt een email naar Aram uit situatie 1

Slide 29 - Slide

Klaar? Schrijf nu ook zelf een email aan Simone, Mohammed of Hayat. Schrijf wat ze moeten doen of zeggen.


Zelf aan het werk
Gebruik ook het voorbeeld van Pedro
Klaar?
Ga met je woordenlijsten van les 3 verder.
Maak de bronnen en bouwstenen uit DISK thema 7.

Slide 30 - Slide



Morgen
Gaan we in het mentoruur bezig met gezond eten en maken jullie je poster over problemen oplossen af.


Huiswerk voor Maandag:
Maak de woordenlijst van les 3 af.
Maak de bouwstenen van thema 7.


Afsluiting

Slide 31 - Slide

Type hier een titel
Kwijtmaken
Per ongeluk iets verliezen.
Niet weten waar iets is.


Voorbeeldzin: Emma dacht dat Sara haar gum had kwijtgemaakt.

Slide 32 - Slide

Type hier een titel
Last
Iets vervelends dat je voelt.

Voorbeeldzin: Ze hadden last van de ruzie.

Slide 33 - Slide

Type hier een titel
Goedmaken
Het weer fijn maken na een ruzie.
Een ruzie oplossen.

Voorbeeldzin: Ze probeerden de ruzie goed te maken.

Slide 34 - Slide

Type hier een titel
Allerlei
Veel verschillende soorten.


Voorbeeldzin: Emma zei dat Sara allerlei vervelende dingen deed.

Slide 35 - Slide

Type hier een titel
Allebei
Twee dingen of mensen samen.

Voorbeeldzin: Emma en Sara hadden allebei buikpijn van de ruzie.

Slide 36 - Slide

Type hier een titel
Ruziemaken
Boos op elkaar zijn en dat zeggen.

Voorbeeldzin: Emma en Sara waren ruzie aan het maken.

Slide 37 - Slide