L3 Spelling van het werkwoord

• ANT2+
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Les 3: Spelling van het werkwoord

Pag. 28

Wat vind je in de huis kamer?

1. correcte spelling
2. foute spelling

Fragment belspel

- Welke indruk maakt de presentatrice met haar tussenkomst?

- Vind je het erg dat ze deze fout maakt?

Bespreek met je buur.

Zie Diddit

Vul de zin 'Wat vind je in de huiskamer?' aan met een woord, zodat je 'vindt' kan schrijven.

cursus p. 28

Pag. 28

Hoe vind je de persoonsvorm (PV) in een zin?

'Wat vind je in de huiskamer?'
In welke tijd staat het werkwoord hier?

1. voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
2. voltooid verleden tijd (vvt)
3. onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)

Herschrijf de zin in de onvoltooid verleden tijd.

Hoe zit het met jullie kennis van de DT regel?

Tijd voor een kahootquizje 

. 

kahoot 

https://create.kahoot.it/details/14163c11-2788-4cf8-a2f4-e78163d0da50

Kan je dit dan verklaren?

https://create.kahoot.it/details/14163c11-2788-4cf8-a2f4-e78163d0da50

Kan je dit dan verklaren?

https://create.kahoot.it/details/14163c11-2788-4cf8-a2f4-e78163d0da50

Kan je dit dan verklaren?

https://create.kahoot.it/details/14163c11-2788-4cf8-a2f4-e78163d0da50

Kan je dit dan verklaren?

https://create.kahoot.it/details/14163c11-2788-4cf8-a2f4-e78163d0da50

Maar dt is toch complexer!

Je moet het werkwoord niet enkel aanpassen aan de persoon, maar ook in de juiste tijd zetten. 

• Werk in groepjes van 2
• Je krijgt enkele strookjes met de zinnen uit de kahootquiz: bij welke tijd horen deze zinnen? Leg ze bij het juiste blad.

Pag. 29

cursus p. 28

Pag. 29

Groepswerk

Schuif een groepje door: controleer of dat groepje het juist heeft. 

Pg.29

Hoe weet je of het d of t is?

landen - Het vliegtuig ...                     raden - ... je het antwoord?

1) onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)

• Kijk naar de persoonsvorm en het onderwerp. 
• Wat is de stam van de persoonsvorm? 
• Pas de persoonsvorm aan aan het onderwerp
• jij / hij / het = stam + t

Pag. 33

Enkelvoud

Meervoud

Het vliegtuig ...

1. land
2. landt

... je het antwoord?

1. Raad
2. Raadt

Dit ... je nooit!

1. raad
2. raadt

Trucje

Als de stam van een werkwoord eindigt op een -d (landen -> stam= land), vervang je het door een ander werkwoord waarin de stam geen -d staat (vliegen -> stam=vlieg).

-> Hoor je dan een t? Dan is het dt

Het vliegtuig vliegt - Het vliegtuig landt

Hoe weet je of het d of t is?

belanden -  Hij ... op de gekste plekken!

haasten - Ik ... me naar de bus!

3) onvoltooid verleden tijd (ovt)

• Als de persoonsvorm in de verleden tijd staat, moet je het aanpassen aan het onderwerp en -te of -ten toevoegen.

Pag. 33

Opgelet

Deze regels gelden enkel voor regelmatige werkwoorden.

Onregelmatige werkwoorden volgen niet de regels van de vaste vervoeging. -> aanleren. (?)

Lijst met onregelmatige werkwoorden vind je op SS/documenten/hulpmiddelen

Hij ... op de gekste plekken.

1. belande
2. belandde

Ik ... me naar de bus!

1. haaste
2. haastte

Vorige week zagen we:

• Hoe zoek je een pv in een zin?
• OTT - onvoltooid tegenwoordige tijd
• OVT - onvoltooid verleden tijd
• wat zijn (on)regelmatige werkwoorden?

Verleng het werkwoord

Fragment Ruud Hendrickx

Vul de twee spellingsregels aan die Ruud Hendrickx uitlegt. 

Waarom net die twee regels?

Pag. 29

Pg.29

Pag. 29

Hoe weet je of het d of t is?

belanden 

-  Hij ... op de gekste plekken!

- Waar is hij nu weer ...

2) voltooid deelwoord

• Als het werkwoord een voltooid deelwoord is, moet je het niet aanpassen aan het onderwerp!

Hij ... je nooit!

1. beland
2. belandt

Waar is hij nu weer ... ?

1. beland
2. belandt

Hoe weet je of het d of t is?

Ook bij het voltooid deelwoord moet je denken aan D of T, 

maar nooit aan DT!

maken - hij heeft ...              delen - hij heeft ...

Hoe weet je of het d of t is?

Voltooid deelwoord

• Verleden tijd nemen/ woord verlengen - je hoort een 'd', dus schrijft een 'd'/ je hoort een 't', dus je schrijft een 't'.

•    ge+stam+t        hij heeft gemaakt(e)
•    ge+stam+d       hij heeft gedeeld(e)

Het pakje is niet op tijd ... (arriveren)

1. gearriveerd
2. gearriveert

Een dag niet gelachen is een dag niet ... (leven)

1. geleefd
2. geleeft

Pag. 33

Hoe vind je de stam van aan werkwoord?

Pg.29

Bookwidgets

We oefenen het stappenplan voor werkwoordspelling via bookwidgets:

• SS > vakken > Nederlands 3H > oefeningen > Taalsysteem Les 3: werkwoordspelling >  De spelling van werkwoorden: stappenplan

         Verlengen

p. 30 (6d)

Pas nu de regels toe in de oefening. 

Gebruik de pv in de ott of voltooid deelwoord vd. 

p. 31 (7)

Vul in met t, d, , dt, tt of dd.

p. 32 (8)

Toets werkwoordspelling -> ... ?

Extra oefenen:

- SS/vakken/oefeningen/taalsysteem/ Werkwoordspelling