Laatste les....... Wie had het hoogste cijfer in havo 4
A
Kevin
B
Sil
C
Indy
1 / 24
next
Slide 1: Quiz
BedrijfseconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5
This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slide.
Items in this lesson
Laatste les....... Wie had het hoogste cijfer in havo 4
A
Kevin
B
Sil
C
Indy
Slide 1 - Quiz
Wie teut het meest? volgens Mevr. van Rooijen?
A
Cas
B
Stijn
C
Kevin
D
Roos
Slide 2 - Quiz
wat is geen off balance verplichting?
A
operationele lease
B
financial lease
C
huurcontract
D
rechtszaak die loopt
Slide 3 - Quiz
REV is
A
Resultaat/ EV
B
Resultaat/ gem EV
C
Gemiddeld resultaat/EV
Slide 4 - Quiz
wie vroeg na bijna 2 jaar BE wat afschrijving is?
A
Fenna
B
Demitry
C
Mees
D
Jack
Slide 5 - Quiz
Intrinsieke waarde
voorziening
effecten
deelneming
Goodwill
Eigen vermogen
vreemd lang vermogen
liquide middelen
vaste activa
Immateriele vaste activa
Slide 6 - Drag question
kenmerken individuele arbeidsovereenkomst, welke hoort hier niet bij?
A
zelf werkzaamheden verrichten
B
loonbetaling
C
gezichtsverhouding
D
arbo
Slide 7 - Quiz
Wie draag bijna altijd oortjes in de les?
A
Sam
B
Renzo
C
Cas
D
Stefan
Slide 8 - Quiz
Wat is geen bevoegdheid van de ALV (algemene leden vergadering)
A
voorzitter benoemen
B
leden benoemen
C
bestuur benoemen
D
stemmen over besluiten
Slide 9 - Quiz
Wie vind BE echt heel moeilijk?
A
Julia
B
Roos
C
Jack
D
Fenna
Slide 10 - Quiz
Causation gaat uit van een bepaald ondernemersdoel
A
Juist
B
onjuist
Slide 11 - Quiz
Wie heeft de laatste periode echt heel hard gewerkt voor BE?
A
Stefan
B
Noa
C
Roos
D
Mees
Slide 12 - Quiz
Er is een annuïteitenlening met een lening van 100.000 en een annuïteitenhypotheek van 12.456 per jaar. De looptijd is 10 jaar. Hoe hoog is de betaalde rente over de 10 jaar?
A
100.000
B
12.456
C
24.560
D
10.000
Slide 13 - Quiz
Wie heeft het hoogste cijfer ooit behaald in deze klas?
A
Noa
B
Kevin
C
Indy
D
Renzo
Slide 14 - Quiz
dividend is een % van ?
A
de winst
B
het GAK
C
Mak
Slide 15 - Quiz
de hoogte van de rente is niet afhankelijk van?
A
risico
B
man/vrouw zijn
C
inkomen
D
betaalgedrag
Slide 16 - Quiz
Wie is hypotheek gever?
A
Bank
B
eigenaar woning
Slide 17 - Quiz
Bij huwelijk en geregistreerd partnerschap, wat is niet waar?
A
worden beide het ja woord gegeven
B
zijn niet beide erkent in het buitenland
C
zijn getuigen bij de afsluiting
Slide 18 - Quiz
Bij beneficiair aanvaarden
A
Aanvaard je de hele erfenis
B
Aanvaard je niet
C
Aanvaard je alleen als dat financieel voordelig is
D
Geef je de erfenis aan een ander door
Slide 19 - Quiz
Een KPI is is een factor die bepaald of een doel gehaald wordt (kwalitatief)
A
Juist
B
onjuist
Slide 20 - Quiz
Lorna koopt iets op het internet, zijn betaald eerst en over een week ontvangt ze het pakket. Hoe heeft dit voor het bedrijf waar ze het heeft besteld?