5.2 Wat voor onderneming?

• Economie
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

5.2 Wat voor onderneming?

17/02/2023

Planning

- Opdrachten bespreken

- Uitleg

- Opdrachten maken

Lesdoelen

- Je kunt de productiesectoren noemen.

- Je kunt uitleggen wat arbeidsverdeling is.

- Je weet wat een zelfstandige, eenmanszaak en een zzp'er is.

Opdrachten bespreken

Opdrachten; 

- Herhaal: 3,4 en 5

-Plus: 3

Wie wil er later een eigen bedrijf?

Productiesectoren

Productiesectoren kan je onderverdelen in vier groepen:

1. Primaire sector:

Landbouw, visserij, grondstofwinning

2. Secundaire sector:

Industrie, bouw en ambachten

3. Tertiaire sector:

Commerciële dienstverlening  zoals handel, transport en financiële diensten (banken en verzekeringen)

4. Quartaire sector: 

niet commerciële dienstverlening zoals onderwijs, gezondheidszorg en politie

Welke productiesectoren horen bij deze fotos?

Een chirurg, tandarts en politieagent horen in dezelfde sector. Welke sector is dit?

1. Primaire sector
2. Secundaire sector
3. Tertiaire sector
4. Quartaire sector

Welke productiesector levert diensten om winst te maken?

1. Commerciële dienstverlening (tertiaire sector)
2. Niet-commerciële dienstverlening (quartaire sector)

Arbeidsverdeling

In een bedrijf worden taken verdeeld. Zo doet iedereen waar hij/zij goed in is. Dit heet arbeidsverdeling.

Taken kunnen worden verdeeld in:

• Leidinggevend werk
• Uitvoerend werk

Vivian is automonteur bij een grote autogarage. Wat voor werk doet Vivian?

1. Leidinggevend werk
2. Uitvoerend werk

Joyce heeft een eigen kledingwinkel met 4 werknemers. Wat voor werk doet Joyce?

1. Leidinggevend werk
2. Uitvoerend werk

Werken voor jezelf

Je kunt werken voor een bedrijf, je bent dan een werknemer en je bent in loondienst. 

Je kunt ook voor jezelf werken en een bedrijf starten. Je bent dan een zelfstandige of ZZP'er.

Zelfstandige= Iemand die zijn inkomen verdient met zijn/haar eigen bedrijf.

ZZP'er= Zelfstandige zonder personeel.

"Als ZZP'er of zelfstandige heb je zekerheid over je inkomen en werk."

Is deze uitspraak juist of onjuist?

1. Juist
2. Onjuist

Aan de slag

Opdrachten 2 t/m 6 maken.

In tweetallen.

Tot einde van de les.

Klaar? Andere niet storen, stil wat voor jezelf doen.