Taaldorp: Au camping

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Taaldorp | Au camping

Ik kan een plek reserveren op de camping.

1. Vocabulaire
2. Date de naissance
3. Épeler votre nom
4. Traduction 

Subdoelen:

• Ik kan vertellen wat mijn geboortedatum is. (cijfers, maanden)
• Ik kan mijn naam spellen. (alfabet)

Qu'est-ce que tu vois?

(mots français > camping)

Wat betekent:
Le séjour?

1. Het verblijf
2. De service
3. De dag
4. De auto

Wat betekent:
Près de?

1. Gehaast
2. Tegenover
3. Ver weg
4. Dicht bij de

Wat betekent:
La taxe de séjour?

1. De receptie
2. De toiletgebouwen
3. De toeristenbelasting
4. De taxi

Wat betekent:
La piscine?

1. Het zwembad
2. De bioscoop
3. De douche
4. De vis

Wat betekent:
Vous avez un emplacement pour une grande tente?

1. Heeft u een grote tent te koop?
2. heeft u een plaats voor een grote tent?
3. heeft u een mogelijkheden voor grote tenten?
4. Kan ik een plaats reserveren voor een grote tent?

0

Date de naissance

Je suis né(e) le ....  

• Jour (1 = premier)
• Mois
• Année
  2000 = deux-mille
  2002 = deux-mille-deux
  2003= deux-mille-trois etc. 

Exemple: 

"Ma date de naissance est le premier septembre deux-mille-deux"

Les mois de l'année

• Janvier
• Février
• Mars
• Avril
• Mai
• Juin
• Juillet
• Août
• Septembre
• Octobre
• Novembre
• Décembre

Les mois de l'année

lien

L'alphabet

Vous pouvez épeler votre prénom et votre nom?

Au camping

1. Bonjour, monsieur/madame.
> vraag of ze plaats hebben (op de camping)

Au camping

2. Ça dépend, monsieur. C'est pour une tente ou pour une caravane?

> Zeg dat het voor twee kleine tentjes is.

Au camping

3. . Oui, il nous reste encore de la place pour les tentes. Mais nous avons

seulement un emplacement près du blocsanitaire. C’est un problème ?

> Zeg dat je het wel prettig vindt om bij de toiletten te staan.

Au camping

4.Bon, je vais vous enregistrer. Il me faut vos coordonnées.

> Zeg dat je het niet begrijpt en vraag of hij / zij het wil herhalen.

Au camping

5. Vos coordonnées: votre nom, votre date de naissance et votre adresse.

> Noem je naam, geboortedatum en adres.

Au camping

6. Vous pouvez épeler votre nom et votre prénom?

> Spel je naam en voornaam.

Au camping

7. Il me faut aussi votre numéro de passport. Et vous restez combien de nuits?

> Je paspoort ligt in de auto, je geeft het later. Zeg dat je nog niet weet hoeveel nachten.

Au camping

8. D'accord. J'ai pour vous l'emplacement numéro 17.

> Hoeveel kost het voor 4 personen en een auto?

Au camping

9.  Ça fait 24 euro la nuit.
Is de toeristenbelasting inbegrepen?

Au camping

10. Oui, toutes taxes comprises.

Kan ik brood bestellen voor morgen en wat is het wifi wachtwoord?

Au camping

11.  Oui, on peut commander du pain ici à la réception. Le mot de passe est...

Ik wil graag 8 croissantjes en een stokbrood. Bedankt en een fijne dag!

Parler

Le voisin ou la voisine:

Oefen dit gesprek met de buurman of de buurvrouw. 

We draaien na 3 minuten door:

 Probeer het zo mooi mogelijk uit te spreken.

Au camping | Les devoirs 

1. Maak een kopje "Au camping" in je schrift.
   
2. Vertaal zin 1 t/m 10 (JIJ, NL>FR).
   
3. Gebruik
   >  hulpzinnen (p.2)
   > Vocabulaire 
   > Lesboek
   > anders www.interglot.com, maar NOOIT Translate.
    
4. Klaar? Oefen vocabulaire Hulpzinnen/Au camping via Memrise.

Corrigez: Au camping & Prononciation

Corrigez: ouvrez votre cahier

• Schrijf de correcties mee, je krijgt de antwoorden maar 1x.
• Andere zin? Vertel! Er zijn meerdere opties mogelijk.

#1 | Prononciation: -ez / -ez / -er / -é

• Vous avez une place? = ee
• Vous pouvez répétez ? = ee
• Je voudrais commander = ee
• J'ai laissé mon passeport dans la voiture = ee

#2 | Prononciation: -e / es / -è / ès / -ent 

• Je préfère être près des toilettes = -
• C'est pour deux petites tentes = - 

Parlez: Au camping

Tour 1: Cherche ton duo!

• Zoek de persoon met de vertaling van jouw zin.
• Oefen het gesprek 
• Gebruik je boekje + vertaling. (p.5-6) 
• Wissel meermaals van rol (JIJ vs. Partner)
  
• Zet moeilijk uit te spreken woorden in LessonUp (met handje)

• Tour 2:  Cherche un duo avec le même 'mois' de naissance
• Oefen de gesprekjes ZONDER je vertaling.
• Zet een stip voor de zinnen die je niet weet. Zoek die op.
• Probeer opnieuw & wissel van rol.

 Prononciation: Au camping

#1 | Prononciation: -x / -s / -t / -e / -r / -p / -d / -z

• Deux places = deu plas
• Il fait = iel fè
• Une mère = uun mèr
• Trop tard = Troo tar
• Le nez = Le née

#2 | Prononciation: et & est

• Il est gentil = il è gentil
• Monique et Julie = Monique ee Julie

Parlez: Au camping

Tour 1: Lisez la traduction

Kort de tijd je gesprekje door te lezen.

Tour 2 & 3: Parlez 1 minutes

Tour 4&5: Parlez 2 minutes

Tour 6&7: Parlez 3 minutes

Na elke ronde ruimte voor uitspraakvragen.

Prononciation importante!

• C'est / il est / elle est
• Une caravane et un vélo.
• Je voudrais
• Je préfère / Je regarde
• Je vais

Cherche des mots qui finissent sur:

- x / -s / -e / -r / -p / -d /-z
(p. 5-8) 

 Prononciation: Au camping 

Dictée marchée!

Qu'est-ce que nous allons faire?

1. Je word ingedeeld in tweetallen. 

2. Ieder duo heeft 1 loper en 1 schrijver.

3. Binnen de timer moet je zo veel mogelijk woorden op je blaadje schrijven.
> Let erop dat je de woorden correct spelt.
> Je hoeft alléén de Franse woorden op te schrijven.
 4. Alle woorden opgeschreven? Lever blaadje in bij docent. En schrijf apprendre 10 (p.75 over).

Tip: als de schrijver niet weet hoe het woord geschreven moet worden, dan moet de loper het woord spellen, de loper mag niet zelf schrijven.

Règles du jeu:

• Je mag niet wisselen van loper.
• Je bent loper niet renner.
• Ren je ? Dan moet je terug op je stoel en 10sec. wachten.
• Op de gang ben je stil, zo niet? 10 sec. wachten.
• Winnende groepje met meeste foutloze woorden + betekenis wint wat lekkers!

Vocabulaire: Au camping

Mots croisés

• Spatie = leeg vakje
• En ligne 
• Eerst zonder hulp, daarna pas met boekje.
   
• Fini? > Quizlet / Memrise 'Au camping'

Mots croisés: au camping

lien

Cahier Quizlet 'Taaldorp'

lien

Partner (medewerker)

Jij (gast)

Dialogue: Au camping [p.5-6]

1.

2.

3.

4.

5.

6.

7.

8.

9.

10.

1.

2.

3.

4.

5.

6.

7.

8.

9.

10.

Au camping - variation

Partner & gast

1. Groet, en vraag of ze plaats in de schaduw hebben.
2. Zeg dat het voor een auto, een caravan én 1 kleine tent is.
3. Zeg dat je de voorkeur hebt om dichtbij het zwembad te staan.
4. Zeg dat je het niet begrijpt en of hij/zij het kan herhalen.
5. A) Noem je naam, geboortedatum, woonplaats én land.
   B) Spel je naam.
6. Zeg dat je 5 nachten wilt blijven.
7. Vraag hoeveel het kost voor 5 personen, een auto, een caravan en een tent. 
8. Vraag of een gasfles hierbij inbegrepen is.
9. Zeg dat je muntjes wilt kopen voor de wasmachine en vraag of je een afhaalmaaltijd kunt bestellen.
10. Zeg dat je 5 kaas pizza's  wilt bestellen. Zeg dat je de auto gaat parkeren en wens hem/haar een prettige dag.

HBL ELO - Taaldorp boekje

lien