This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Het ontstaan en de verspreiding van de islam
Slide 1 - Slide
Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je herkennen en uitleggen waarom de islam is ontstaan, hoe deze godsdienst zich heeft verspreid en wat de belangrijkste kenmerken van de islam zijn.
Slide 2 - Slide
timer
1:30
Wat weet je al over de islam?
Slide 3 - Mind map
Veel goden of één god?
In de zesde eeuw geloofden de Arabieren in honderden goden
In de stad Mekka stond de Kaäba: een grote zwarte steen
Op deze plek aanbieden de Arabieren hun goden (polytheïsme)
Ook mensen, waaronder veel handelaren, uit andere landen bezochten de Kaäba en baden er tot hun goden.
Mekka lag aan een kruispunt van handelswegen en was een belangrijke handelsstad.
Slide 4 - Slide
Leg uit waarom het logisch is dat Mekka een belangrijke handelsstad was.
Slide 5 - Open question
Een visioen
Mohammed was een handelaar uit Mekka.
In een droom, een visioen, vertelde een engel dat er maar één god is, Allah.
Mohammed vertelde de mensen in Mekka over zijn droom, maar bijna niemand wilde naar hem luisteren.
De meeste mensen moesten niets van Mohammed hebben en joegen hem en zijn volgelingen de stad uit
Slide 6 - Slide
Van Mekka naar Medina
622
Mohammed vlucht naar Medina
Dit is het begin van de islamitsche jaartelling, de hedsjra
In deze stad woonden veel joden en christenen, ook zij geloven in één god (monotheïsme).
Mohammed, die zich profeet van Allah noemde, kreeg veel aanhangers.
Zij noemden zich moslims en hun godsdienst de islam.
Slide 7 - Slide
Wat is een profeet?
Slide 8 - Open question
Terug naar Mekka
630
Met een grote groep moslims ging Mohammed terug naar Mekka (630)
Er werd gevochten en Mohammed won.
Veel bewoners van Mekka werden toen alsnog moslim.
Mohammed beval dat mensen bij de Kaäba alleen nog tot Allah mochten bidden.
Slide 9 - Slide
Wat gebeurt er op de tekening?
Kies het juiste antwoord.
A
Een engel vertelt Mohammed dat hij moet vluchten uit Mekka.
B
Een engel vertelt Mohammed dat hij bij de Ka’aba de goden moet gaan aanbidden.
C
Een engel vertelt Mohammed dat hij christen moet worden.
D
Een engel vertelt Mohammed dat er maar één god is, Allah.
Slide 10 - Quiz
In welk jaar leven wij volgens de islamitische kalender?
A
2640
B
1396
C
622
D
1854
Slide 11 - Quiz
Verspreiding van de islam
Vanaf 632
Na de dood van Mohammed (632) veroveren zijn opvolgers, kaliefen, grote delen van het Midden-Oosten en Noord-Afrika
De meeste mensen in deze gebieden worden moslim
Toen de Arabieren ook een groot deel van Spanje en Portugal veroverden, grensden het Frankische Rijk en het Arabische Rijk aan elkaar.
Slide 12 - Slide
Slag bij Poitiers
732
Franken en Arabieren vielen regelmatig elkaars gebied binnen.
In 732 vochten hun legers bij de Franse plaats Poitiers.
Karel Martel, de grootvader van Karel de Grote, leidde de Franken.
Zijn leger was groter en zijn soldaten kenden het terrein vochten.
De Arabieren werden verslagen en zouden nooit meer zo ver noordelijk komen.
Slide 13 - Slide
Welke twee redenen werden genoemd waarom de Franken wonnen van de Arabieren?
Slide 14 - Open question
Slide 15 - Slide
Noem vijf landen die in de Middeleeuwen door de Arabieren zijn veroverd.
Slide 16 - Open question
De islam
Islam betekent: 'onderwerping'
Het belangrijkste boek is de Koran of Qoer'ān (القرآن)
Volgens moslims zijn de woorden in de Arabische taal door Allah via de engel Djibriel aan Mohammed geopenbaard.
Daarnaast moet een moslim zich (zoveel mogelijk) houden aan de vijf zuilen, dit zijn godsdienstige verplichtingen.
Het vrijdaggebed in een moskee is voor mannen verplicht
Slide 17 - Slide
Vijf zuilen van de islam
geloofsbelijdenis (sjahada)
الشهادة
rituele gebeden (salat)
الصّلاة
geven aan armen (zakat)
زكاة
ramadan
(saum)
رمضان
pelgrimstocht
(hadj)
الحجّ
Slide 18 - Slide
Wat is niet een van de vijf zuilen
van de islam?
A
Eén keer in je leven naar Mekka gaan
B
Vaak naar de kerk gaan
C
Geld geven aan arme mensen
D
Vijf keer per dag bidden
Slide 19 - Quiz
Wat is niet een van de vijf zuilen
van de islam?
A
Meedoen aan de ramadan (vasten)
B
Bidden
C
Geen varkensvlees eten
D
Allah en Mohammed eren (geloofsbelijdenis)
Slide 20 - Quiz
Wat hoort bij welk geloof?
christendom
islam
beide
Mohammed
Monotheïsme
kerk
moskee
Mekka
Bijbel
Jezus
Koran
Slide 21 - Drag question
Leren van elkaar
Door hun veroveringen verzamelden Arabieren veel kennis.
Geneeskunde: de Arabieren wisten dat je veel ziektes kunt voorkomen door goede hygiëne.
Wiskunde: de Arabieren leerden dat je met de cijfers 0 tot en met 9 veel gemakkelijker kunt rekenen dan met de Romeinse cijfers.
Aardrijkskunde: Arabische geleerden verzamelden en combineerden de kennis van de wereld in goede topografische kaarten.
Slide 22 - Slide
Maak de juiste combinaties
heilig boek voor moslims
stad waar Mohammed in het jaar 622 uit wegvluchtte
de god van de moslims
stad waar Mohammed in het jaar 622 naartoe vluchtte
mensen die geloven dat Mohammed de waarheid sprak
Koran
Mekka
moslims
Allah
Medina
Slide 23 - Drag question
Waar is de islam ontstaan?
A
Arabië
B
China
C
Spanje
D
Turkije
Slide 24 - Quiz
Hoe noemen we de vijf leefregels van de islam?
A
De Vijf Pilaren van de islam
B
De Vijf Zuilen van de islam
C
De Vijf Hoekstenen van de islam
D
De Vijf Regels van de islam
Slide 25 - Quiz
Welke godsdienst is ouder?
A
christendom
B
islam
Slide 26 - Quiz
Welke uitspraak over de islam is juist?
A
De islam is gesticht door de Turk Mohammed
B
Aanhangers van de islam noem je Turken of Arabieren.
C
Het gebedshuis van de islam noem je een moskee.
D
De verspreiding van de islam begon in de tweede eeuw na Christus.
Slide 27 - Quiz
Wie is de profeet van de islam?
A
Mohammed
B
Jezus
C
Arabier
D
Er is geen profeet
Slide 28 - Quiz
Mohammed is...
A
De stichter en belangrijkste profeet van de islam
B
De stichter van de islam en de zoon van God
C
De belangrijkste profeet van de islam en de zoon van God
D
Hetzelfde als Allah
Slide 29 - Quiz
De islam kent...
A
1 god
B
2 goden
C
3 goden
D
4 goden
Slide 30 - Quiz
Wat betekent islam?
A
Onderwerping aan Allah
B
Zoeken naar Allah
C
Geloven in Allah
D
Allah is groot
Slide 31 - Quiz
De volgelingen van de islam zijn
A
boedhist
B
christen
C
jihad
D
moslim
Slide 32 - Quiz
Opvolgers van Mohammed heten
A
Kaliefen
B
Poitiers
Slide 33 - Quiz
Begrippen uit deze les
profeet
koran
moskee
vijf zuilen
hedsjra
hadj
ramadan
Slide 34 - Slide
Personen uit deze les
Mohammed
Karel Martel
Slide 35 - Slide
Jaartallen uit deze les
622: Mohammed vlucht van Mekka naar Medina
632: Mohammed sterft
732: Slag bij Poitiers
Slide 36 - Slide
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd
Slide 37 - Open question
Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen