LESGEVEN NETL 4H YOUSSEF LEVI RAMY FERHAAN

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

WERKWOORDSPELLING

Ramy

Yusf Boujnane

Levi

Ferhaan

Wat weet je al over werkwoordspelling?

Wach... hij bij de deur?

1. dde
2. den
3. tte
4. ten

Zij schol... hem uit voor rotte vis.

1. dde
2. den
3. tte
4. ten

De kinderen fees.... de hele nacht door.

1. dde
2. dden
3. tte
4. tten

De insluiper ontvreem... de juwelen.

1. dde
2. den
3. tte
4. ten

De man benu... zijn kansen goed.

1. dde
2. den
3. tte
4. ten

De vieze lucht versprei... zich door het lokaal.

1. dde
2. den
3. tte
4. ten

De boer bemes... zijn akker.

1. dde
2. den
3. tte
4. ten

Voltooid deelwoord

• Iets wat je in het verleden gedaan hebt of is gebeurd.
• Begint meestal met ¨ge-¨ maar                                             

heb ik het al (horen)

1. behoren
2. gehoren
3. gehoort
4. gehorren

Guido heeft zijn auto naar de garage (brengen)

1. gebracht
2. gebrachd
3. gebrachtte
4. gebrachdde

Zodra ik vijf meter heb (rijden)

1. gereeden
2. geredden
3. gereden
4. gereedden

de garagehouder heeft de
hele wagen compleet uit elkaar (halen)

1. gehaald
2. gehaalt
3. behaald
4. gehaaldt

Hij heeft een knikker in de asbak
(verstoppen)

1. verstopd
2. verstopt
3. verstopdt
4. verstop

Wanneer hij even later zijn motor
op een parkeerplaats heeft (parkeren)

1. geparkeert
2. geparkeerdt
3. geparkeerd
4. geparkeerde