Réponses;
1. Elle n' aime pas les jeans.
2. Vous ne détestez pas les baskets?
3. Ce n'est pas une bonne idée
4. Elle n'a pas une belle ceinture.
5. Ils ne sont pas mariés.
traductions;
1. Zij houdt niet van spijkerbroeken.
2. Hebben jullie geen hekel aan sportschoenen?
3. Dat is geen goed idee.
4. Zij heeft geen mooie riem.
5. Zij zijn niet getrouwd