Week 40 herhaling bron H + bron E

STARTKLAAR
- ga rustig op je vaste plek zitten.
- doe je jas uit.
- pak je etui en je boek.
- doe je tas op de grond.
- doe je telefoon in het ZAKKIE en leg het ZAKKIE op de hoek van de tafel.
- als de timer is afgelopen, stop je met praten en begint de les.


timer
3:00
1 / 18
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

STARTKLAAR
- ga rustig op je vaste plek zitten.
- doe je jas uit.
- pak je etui en je boek.
- doe je tas op de grond.
- doe je telefoon in het ZAKKIE en leg het ZAKKIE op de hoek van de tafel.
- als de timer is afgelopen, stop je met praten en begint de les.


timer
3:00

Slide 1 - Slide

Leerdoel vorige les
Ik kan het bezittelijk voornaamwoord gebruiken

Slide 2 - Slide

Leerdoel
R: Je weet wat een bezitteliljk voornaamwoord is.
R: Je weet dat in het Frans het zelfstandig naamwoord de vorm van het bezittelijk vnw bepaalt.
T1: Je kunt het bijvoegelijk naamwoord in het Frans gebruiken.

Slide 3 - Slide

In het Frans bepaalt...
het zelfstandig naamwoord de vorm van het bezittelijk voornaamwoord:
mon père (m)
ma mère (v)
mes parents (mv)

Slide 4 - Slide

Uitzondering
Als het zelfstandig naamwoord begint met een klinker of een h
kies je altijd mon / ton / son
mon amie (v)
ton école (v)
son horloge (v)

Slide 5 - Slide

Hoe vertaal je zijn?
A
son
B
sa
C
son/sa
D
son / sa / ses

Slide 6 - Quiz

Choisis: mon / ma / mes
Ça c'est .... copin (m)
A
mon
B
ma
C
mes

Slide 7 - Quiz

Mon, ma, mes?
___ affaires (v)
A
mon
B
ma
C
mes

Slide 8 - Quiz

Mon, ma, mes?
___ parents (mv)
A
mon
B
ma
C
mes

Slide 9 - Quiz

haar oom
A
son oncle
B
sa oncle
C
ses oncle

Slide 10 - Quiz

zijn tante
A
son tante
B
sa tante
C
ses tantes

Slide 11 - Quiz

Wat zijn dus de goede vertalingen van het bezittelijk voornaamwoord 'zijn/haar'?
A
mon/ma/mes
B
ton/ta/tes
C
son/sa/ses

Slide 12 - Quiz

Cette semaine
40

Slide 13 - Slide

Leerdoel
1. Ik kan de belangrijkste informatie uit een film begrijpen
2. Ik kan een tijdschriftartikel over vakantie begrijpen

Slide 14 - Slide

maken

Bron E: 20a,b, 21a,b, 22a,b

bron F: 24a,b,c, 25a
leren

vocabulaire Bron E 

vocabulaire bron F

Slide 15 - Slide

Instructie
Ouvrez votre livre à la page 38!

Slide 16 - Slide

Les devoirs
voir Magister!!!

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide