What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
01. 3T H3.1 Bronnen van inkomen (18-11-24)
H3 Geld over en te kort
B Paragraaf 1: Waarom sparen?
KGT Paragraaf 1: Bronnen van inkomen
Ik heb klaar liggen:
rekenmachine,
pen,
papier.
1 / 29
next
Slide 1:
Slide
Economie
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 2,3
This lesson contains
29 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
H3 Geld over en te kort
B Paragraaf 1: Waarom sparen?
KGT Paragraaf 1: Bronnen van inkomen
Ik heb klaar liggen:
rekenmachine,
pen,
papier.
Slide 1 - Slide
Vandaag
Planning bespreken
Hoofdstuk 3 paragraaf KT 1
Vragen beantwoorden
Huiswerk
Slide 2 - Slide
B
KGT
§ 1
§ 1
§ 2
§ 2
§ 3
§ 3
§ 4
§ 4
§ 5
§ 5
§ 6
Toets
Toets
11-11
12-11
18-11
19-11
25-11
26-11
2-12
3-12
Dinsdag 3 december
Toets hoofdstuk 3
Slide 3 - Slide
Rekentrainer
Controleren
Slide 4 - Slide
Doel B § 1:
Ik kan aangeven dat er verschillende doelen zijn om te sparen.
Ik kan uitleggen waardoor de rente kan verschillen.
Ik kan de rente over spaargeld
Slide 5 - Slide
Doel T § 1:
Ik kan uitleggen wat het verschil is tussen inkomen uit arbeid en inkomen uit bezit.
Ik kan voorbeelden geven van inkomsten uit arbeid.
Ik kan voorbeelden geven van inkomsten uit bezit.
Ik kan aangeven dat er inkomensverschillen zijn.
Bedragen omrekenen naar een andere periode
Slide 6 - Slide
Soorten inkomsten
Met en zonder tegenprestatie
Inkomen
met tegenprestatie
- inkomen uit arbeid
- inkomen uit bezit
Inkomen
zonder tegenprestatie
- overdrachtsinkomens
Het inkomen wat het meeste voorkomt in Nederland wordt het
modaal inkomen
genoemd
Slide 7 - Slide
Inkomen uit arbeid:
loon/salaris, prestatieloon, loon in natura
Inkomen uit bezit:
winst, rente, pacht, huur
Slide 8 - Slide
Bronnen van inkomens
Loon/Salaris
Prestatieloon
Loon in natura
Het inkomen wat het meeste voorkomt in Nederland wordt het
modaal inkomen
genoemd
Slide 9 - Slide
Soorten inkomsten
Inkomsten uit arbeid
Loon
Prestatieloon: bonus als je goed gewerkt hebt
Eindejaarsuitkering
Vakantiegeld
Inkomen uit natura: betaald worden met goederen of diensten (auto van de zaak, telefoon... )
Slide 10 - Slide
Loon in natura
Er is sprake van loon in natura als je met je werk iets anders verdient dan geld.
Voorbeelden: Een telefoon of een auto van de zaak.
Slide 11 - Slide
Soorten inkomen
Inkomsten uit bezit
Rente (spaargeld)
Dividend (aandelen)
Winst (eigen bedrijf)
Huur (huis)
Pacht (grond)
Slide 12 - Slide
Primair inkomen
Slide 13 - Slide
Soorten inkomsten
De loonschaal
Het loon van een docent hangt af van zijn ervaring (tredes).
Het loon van een docent hangt af van zijn functie, talenten of diploma's (schaal LB, LC of LD).
Slide 14 - Slide
Loonschalen:
Slide 15 - Slide
Nationaal inkomen
Het nationaal inkomen zijn alle inkomens van de inwoners van ons land bij elkaar opgeteld.
Nationaal inkomen
Slide 16 - Slide
Inkomen
Nationaal inkomen
Alle inkomens uit arbeid en bezit in een land bij elkaar opgeteld
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Video
Soorten inkomen
Personele inkomensverschillen
Het nationaal inkomen is oneerlijk verdeeld omdat niet iedereen evenveel verdient.
In rijke landen zijn de verschillen tussen hoge en lage lonen kleiner.
Het meest voorkomende inkomen noemen we het
modaal inkomen
.
Om het verschil tussen arm en rijk kleiner te maken, is er een derde vorm van inkomen:
overdrachtsinkomens
Slide 19 - Slide
Lorenzcurve
Slide 20 - Slide
Lorenzcurve
Slide 21 - Slide
Welke voorbeelden zijn inkomsten uit arbeid?
A
Huur, dividend, prestatieloon, vakantiegeld
B
Prestatieloon, dividend, rente, vakantiegeld
C
loon, loon in natura, prestatieloon, vakantiegeld
Slide 22 - Quiz
Wat kan een reden zijn waarom je word ingedeeld in een hogere loonschaal dan een collega?
Slide 23 - Open question
Rekenvaardigheden
Bedragen omrekenen naar een andere periode
Ik heb klaar liggen:
rekenmachine,
pen,
papier.
Slide 24 - Slide
Deze kun je terugvinden in teams
Neem deze over in je schrift
Slide 25 - Slide
Antwoord lesdoel(en)
Slide 26 - Open question
Doel T § 1:
Ik kan uitleggen wat het verschil is tussen inkomen uit arbeid en inkomen uit bezit.
Ik kan voorbeelden geven van inkomsten uit arbeid.
Ik kan voorbeelden geven van inkomsten uit bezit.
Ik kan aangeven dat er inkomensverschillen zijn.
Bedragen omrekenen naar een andere periode
Slide 27 - Slide
BK
Maken Hoofdstuk 3:
paragraaf 1
(incl rekentrainer)
KGT
Maken Hoofdstuk 3:
paragraaf 1
(incl rekentrainer)
Huiswerk 18 november
Slide 28 - Slide
Nabespreking
Hoe is het gegaan?
Wat ging goed?
Wat vond je moeilijk?
Welke vragen heb je nog?
Slide 29 - Slide
More lessons like this
1.4 Hoe hoog is jouw inkomen?
August 2018
- Lesson with
48 slides
by
Eieren voor je geld
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Eieren voor je geld
3.1 Bronnen van inkomen
November 2022
- Lesson with
15 slides
Economie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Paragraaf 1 Bronnen van inkomen
September 2022
- Lesson with
14 slides
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
3.1 Bronnen van inkomen
January 2022
- Lesson with
18 slides
Economie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
3.1 Bronnen van inkomen
November 2022
- Lesson with
17 slides
Economie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Paragraaf 1 Bronnen van inkomen
July 2023
- Lesson with
17 slides
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Paragraaf 1 Bronnen van inkomen
December 2021
- Lesson with
15 slides
Economie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
§3.1 Bronnen van inkomen
October 2024
- Lesson with
24 slides
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3