Les 3: De energierekening Hoofdstuk 2

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vmbo k, g, t, mavo, havo, vwo
• Leerjaar 1,2

Hoofdstuk 2: 

De energierekening

Deel 2: Veiligheid

Planning

1. Uitleg veiligheid rondom elektriciteit
2. Aan de slag met opdracht 3
3. Pauze
4. Verder met opdracht 3
5. Les afsluiten & evaluatie

Wat zijn allemaal risico's rondom elektriciteit?

.

Grootheid - Eenheid

Gelukkig gaan we heel veilig te werk!

• Elektriciteit is gevaarlijk, daarom gaan we heel zorgvuldig te werk en is het belangrijk voor jullie om te weten hoe je dat doet. 

BASISREGEL

• Nooit werken aan een circuit dat onder spanning staat (met een batterij of via het stopcontact).

Aardlekschakelaar

Zekering

Twee veiligheidsmiddelen in huis!

Aardlekschakelaar 

miliampère (mA)

Zekering - beveiliging

Wat doen zekeringen?

1. Doorbranden bij te hoge spanning
2. Doorbranden bij te hoge stroom
3. Doorbranden als er stroom lekt

Wat doet een aardlekschakelaar?

1. Uitspringen bij te hoge spanning
2. Uitspringen bij te hoge stroom
3. Uitspringen bij een verschil in stroom dat in en uit je circuit gaat
4. Uitspringen bij een verschil in spanning dat in en uit je circuit gaat

Stap 1: Ga naar de Wikiwijs!

Stap 2: Zoek naar opdracht 3.

Stap 3: Lees alles door.

Stap 4: Beantwoord de vragen.

Randvoorwaarden:

• Je maakt de opdracht        individueel of in een groepje  van max 3 leerlingen

De opdracht

Aardlekschakelaar

- op een aardlekschakelaar staan maximaal 4 groepen

- het meet het verschil tussen de heen en teruggaande stroom

- bij een verschil (ook al is deze klein) slaat de aardlekschakelaar uit.

- dit kan duiden op een weglekkende stroom, kapot apparaat of kortsluiting

zekering

- elke groep heeft een eigen zekering

- als de totale stroom in de groep te hoog is slaat de zekering uit

- meestal is de zekering 16A

- in een caravan kan de zekering wel eens lager zijn (bv 10 A)

- de zekering beschermt tegen overbelasting

Formule rekenen

Snelheid = Afstand / tijd

5km / 1h = 5 km/h

v=s/t

Vermogen

Omrekenen

P = E / t

E = P x t

t = E / P

1kWh = 3.600.000 J

Voorbeeldopgave 1:
In 26 seconde straalt een lamp 2080 J uit. Wat is het vermogen van deze lamp?

Jordi vergeet zijn computer uit te zetten voordat hij gaat slapen. De computer staat 8 uur lang aan met een vermogen van 200 W. Hoeveel energie gebruikt de computer?

Hoeveel geld is Jordi uit de vorige voorbeeldopgave kwijtgeraakt doordat hij zijn computer aan heeft laten staan?