Beste leerlingen,
In de toetsweek hebben jullie een repetitie over hoofdstuk 1. Hier volgt nog wat belangrijke informatie.
Je leert de woorden zoals ze er staan, sommige woorden N-F en andere woorden F-N.
Je leert Gram A, B en C.
Gram A:
Je leert de wederkerende werkwoorden in de présent en de passé composé. Zorg dat je ook de werkwoorden leert die in het groene blok staan.
Gram B:
Je leert de onregelmatige werkwoorden faire/avoir/être en vivre in de tijden die in het groene blok staan, dus présent, p.c. imparfait, futur simple en conditionnel.
Gram C:
Je leert de vergelijkende/vergrotende en overtreffende trap, denk aan de uitzondering bon (goed).
Oefen vooral via slim stampen, je kunt daar voca en gram oefenen. Er staat ook een oefentoets (bilan).
Er zit geen luisteropdracht bij de toets. De toets bestaat uit oefeningen vocabulaire, grammatica, zinnen en een tekst met vragen.
Vriendelijke groeten,
mw Bruggeling