Geschiedenis - Begrijpend lezen | Kinderrechten

Hoe zat dat?
1 / 14
next
Slide 1: Slide
Begrijpend lezenGeschiedenisBasisschoolGroep 5-8

This lesson contains 14 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Hoe zat dat?

Slide 1 - Slide

Ik weet meer over het leven van kinderen vroeger.
Ik weet hoe en wanneer kinderrechten zijn ontstaan.

Slide 2 - Slide

Interview je maatje met de volgende vragen:

Wat valt je op aan de vorm, de kopjes, de titel en de plaatjes?
Wat is dit voor tekst?
Hoe ga je deze tekst lezen?
Waar denk je dat het over zal gaan, waarom denk je dat?
Wat weet je er al van?
Bekijk de tekst, maar lees hem nog niet. 

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Heb je vragen als je naar de tekst kijkt? 
 Schrijf je vragen op een post-it (één vraag per blaadje) en plak ze op de
vragenmuur.

Slide 5 - Slide

We gaan een eigen tijdlijn met aantekeningen maken!
Kinderrechten
We kunnen de aantekeningen bij de tijdlijn schrijven, of op post-its die we erbij plakken!

Slide 6 - Slide

Woordenschat:
kinderrechten, Romeinen, bij te dragen
(bijdragen), lichamelijk, bewerken, vee, ambachten,
pottenbakken, aan je lot overgelaten worden,
middeleeuwen, na Christus, kans op (kans hebben op), monnik, priester, meestal, huishouden, vrijwel,
ondenkbaar.





De leerkracht doet het voor!

Slide 7 - Slide

Wat schrijf ik op bij de tijdlijn of op een post-it? En waar plak ik de post-its?
Kinderrechten

Slide 8 - Slide

Woordenschat:
verandering, de zestiende
eeuw, bijzondere, aandacht, de negentiende eeuw, 
allerlei, uitvindingen, machines, de industriële 
revolutie, economische groei, vooruitgang, integendeel, industrialisatie, fabrieken, het recht op, werkomgeving.




 
We doen het samen!

Slide 9 - Slide

Tekstgerichte vragen:
Uit welk jaar komt het bindende Kinderrechtenverdag van de Verenigde Naties?
Welke twee organisaties hebben meegeholpen aan de Verklaring van de rechten van het Kind?
Wat is een overeenkomst en een verschil tussen de situatie van kinderen in de tijd van de Romeinen en tijdens de industriële revolutie?

Zet de volgende gebeurtenissen op de juiste volgorde:
1. Samuel van Houten kwam met het ‘Kinderwetje van Van Houten’.
2. UNICEF werd opgericht.
3. De industriële revolutie zorgde ervoor dat veelkinderen in fabrieken moesten werken.
4. Nederland voerde de leerplicht in.
5. Nederland ratificeert het Kinderrechtenverdrag.
6. De eerste versie van de Verklaring van de Rechten van het Kind is af. Hij bevat vijf artikelen.

Wat vind je ervan dat we nu leerplicht hebben en dat je van je 5e tot je 16e naar school moet?

Markeer alle kinderrechten die je bent tegengekomen in de tekst. Als je een nieuw
kinderrecht zou mogen bedenken, welk recht zou dat dan zijn?








Lees met je maatje de rest van de tekst en vat hem per alinea samen.
Maak daarna de vragen.

Slide 10 - Slide

Toetsvraag:
Wat is een verschil tussen een verklaring van de Verenigde Naties en een verdrag van de Verenigde Naties?
A. Een verklaring is bindend, maar een verdrag is niet bindend.
B. Een verdrag is bindend, maar een verklaring is niet bindend.
C. Een verklaring gaat alleen over kinderrechten, maar een verdrag gaat over alle rechten.
D. Een verdrag is alleen bedoeld voor ontwikkelingslanden, maar een verklaring geldt voor alle landen.

Slide 11 - Slide

Wat heb je deze les geleerd?

Slide 12 - Slide

Heb je nieuwe vragen gekregen? Schrijf deze op post-its en hang ze op de vragenmuur.
Heb je antwoorden gekregen op je vragen?

Slide 13 - Slide

Tot de 
volgende keer!

Slide 14 - Slide