Par. 1 en 2 kennistest Britse Rijk

test India historische context Britse Rijk
1 / 24
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

test India historische context Britse Rijk

Slide 1 - Slide

Binnen welke historische periodes valt het Britse rijk? (1585-1900)
A
Middeleeuwen , vroeg moderne tijd, moderne tijd
B
Middeleeuwen en vroegmoderne tijd
C
Vroeg moderne tijd , tijd van ontdekkers en hervormers, moderne tijd
D
vroegmoderne tijd en moderne tijd

Slide 2 - Quiz

Welk tijdvak valt NIET binnen de HC Het Britse rijk?
A
Ontdekkers en hervormers
B
Steden en Staten
C
Pruiken en revoluties
D
Burgers en Stoommachines

Slide 3 - Quiz

Het belangrijkste motief voor de Pilgrim Fathers om in Amerika een nieuw bestaan op te bouwen was
A
sociaal-cultureel
B
economisch
C
politiek
D
militair

Slide 4 - Quiz

Wanneer werd Amerika onafhankelijk van het Britse Rijk.
A
1765
B
1776
C
1789
D
1848

Slide 5 - Quiz

Met welk begrip kun je de gevolgen van de komst van de Europeanen het beste verklaren?
A
Burgeroorlog
B
ziektes
C
driehoekshandel
D
vestigingskolonie

Slide 6 - Quiz

De slavenhandel werd in het Britse rijk verboden in...
A
1807
B
1815
C
1822
D
1833

Slide 7 - Quiz

Welk kenmerkend aspect past bij de opkomst van het abolitionisme in het Britse Rijk?
A
Rationeel optimisme en 'verlicht denken' dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving
B
Uitbouw van de Europese overheersing, met name in de vorm van plantagekoloniën en de daarmee verbonden trans-Atlantische slavenhande
C
Het begin van Europese overzeese expansie

Slide 8 - Quiz

Wat zijn de 2 verschillen tussen de kolonisatie van Amerika en Azië? ( in de 16e en 17e eeuw?)
Twee antwoorden goed!
A
In Azië werd de oorspronkelijke bevolking verdreven, terwijl in Amerika met de bevolking werd gehandeld.
B
In Amerika waren vooral handelskolonies, terwijl zich in Azië vooral kolonisten vestigden.
C
In Azië waren vooral handelskolonies, terwijl zich in Amerika vooral kolonisten vestigden
D
In Amerika werd de oorspronkelijke bevolking verdreven terwijl er in Azië met de bevolking werd gehandeld

Slide 9 - Quiz

Wat zijn de belangrijkste oorzaken van de Amerikaanse burgeroorlog (2)
A
onenigheid over burgerrechten
B
onenigheid over slavernij
C
tegengestelde economische belangen
D
onenigheid over religie

Slide 10 - Quiz

met welk kenmerkend aspect kun je de oorzaak van de Amerikaanse burgeroorlog het beste in verband brengen?
A
Absolutisme
B
Verlichting
C
industriële revolutie
D
de renaissance

Slide 11 - Quiz

Het verdrag van Allahabad (1765) was belangrijk voor de Engelsen omdat ze juist op dat moment de kolonies in Amerika verloren.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quiz

Handelskapitalisme in de 17e en 18e eeuw was in zowel Amerika als India het doel van de kolonisatie van de Engelsen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quiz

Engeland pakte het bestuur in India op dezelfde manier aan als in Amerika
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quiz

Wat is GEEN oorzaak van de verschuiving van de focus van het Britse Rijk van de Amerika's naar India
A
Amerikaanse revolutie
B
Afschaffing slavernij
C
Verdrag van Allahabad
D
Meer specerijen in India

Slide 15 - Quiz

Modern imperialisme wanneer?
A
16 e en 17e eeuw
B
17e eeuw
C
18e en 19e eeuw
D
19e en 20e eeuw

Slide 16 - Quiz

Wat veranderde er in de verhoudingen tussen de Mogols en de Britten door het verdrag van Allahabad ? (1765)
A
De Britten kregen een economisch voordeel
B
De Britten konden de Indiërs voortaan hun cultuur opleggen
C
De Britten kregen meer politieke invloed in het binnenland
D
De Indiërs kregen meer politieke vrijheid

Slide 17 - Quiz

Spotprent over White man's burden
 beantwoord de vraag in de volgende dia

Slide 18 - Slide

Wat is de symbolische betekenis van de berg
A
Het beschaven is een zware taak
B
Het beschaven is een goddelijke taak
C
Het beschaven leidt tot een hoger niveau van ontwikkeling
D
Het beschavingsniveau stijgt snel

Slide 19 - Quiz

Wat is het verband tussen de industriële revolutie en de toenemende invloed van de Britten in India?
WELK ANTWOORD IS NIET GOED?
A
De industriële revolutie maakte de relatieve afstanden kleiner waardoor er effectiever bestuurd kon worden
B
Door de industriële revolutie keken de Indiërs meer tegen de Britten op en accepteerden zij hun gezag.
C
Door de industriële revolutie was er meer vraag naar grondstoffen waardoor de Britten meer gebied nodig hadden.
D
Door de industriële revolutie werd er veel textiel geproduceerd, waarvoor de Britten meer gebied als afzetmarkt nodig hadden

Slide 20 - Quiz

Wie begonnen de Grote Opstand (1857-1858) in het Britse rijk in India?
A
Britten die meer gezag wilden.
B
Indiase boeren.
C
Ontevreden Indiase soldaten.
D
Indiase regering die onder toezicht stond van de Britten.

Slide 21 - Quiz

De relatieve afstand naar Brits Indië werd kleiner door
A
Het Suezkanaal
B
Het Panamakanaal
C
Stoomschepen
D
Stoomtreinen

Slide 22 - Quiz

Wat is géén gevolg voor de Indiase bevolking van de kolonisatie door GB?
A
Indiase textielindustrie neemt toe
B
boeren raken grond kwijt
C
aanleg spoorwegen en havens
D
Indiase bevolking komt in opstand

Slide 23 - Quiz

Wat is het minst belangrijke motief voor het modern imperialisme?
A
verspreiding Christendom
B
Grondstoffen
C
afzetmarkt
D
macht en aanzien in de wereld

Slide 24 - Quiz