This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Leerdoelen vorige les
Aan het eind van de les:
Leer je wat een vacature is;
Leer je op welke manieren je kunt zoeken naar werk;
Leer je wat solliciteren inhoudt.
Slide 2 - Slide
Wat is een werknemer?
A
Het bedrijf waarvoor je werkt
B
Je eigen bedrijf hebben
C
voor een bedrijf werken
D
iemand die niet geeft maar neemt
Slide 3 - Quiz
Wat is een werkgever?
A
Het bedrijf waarvoor je werkt
B
Je eigen bedrijf hebben
C
voor een bedrijf werken
D
iemand die niet geeft maar neemt
Slide 4 - Quiz
Wat is een ondernemer?
Slide 5 - Open question
Waarom doen mensen vrijwilligerswerk?
Slide 6 - Open question
Wat is een vacature?
Slide 7 - Open question
Wat is een CV en wat staat er in?
Slide 8 - Open question
Wat is het verschil tussen een CV en een motivatiebrief?
Slide 9 - Open question
Wat gaan we vandaag doen?
Les 3: Arbeidsovereenkomst
- wat staat er in een arbeidsovereenkomst?
- welke wetten en regels gelden voor ontslag?
- wat is het verschil tussen netto en bruto loon?
Slide 10 - Slide
Arbeidsovereenkomst
Slide 11 - Mind map
Slide 12 - Video
Slide 13 - Video
Lees de theorie arbeidsovereenkomst op blz. 136
Slide 14 - Slide
Arbeidsovereenkomst
Arbeidsvoorwaarden
Bepaalde tijd
Onbepaalde tijd
Een document waarin afspraken tussen een werknemer en werkgever staan.
De afspraken tussen een werknemer en werkgever.
Tijdelijke arbeidsovereenkomst
Vast contact (contract zonder einddatum)
Slide 15 - Drag question
Ontslag blz. 139
Een arbeidsovereenkomst (contract) kan niet zonder reden worden opgezegd. Het contract loopt tot een bepaalde of onbepaalde datum. Tenzij.... Kijk het volgende filmpje!
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Video
Opdrachten
Opdracht 1. blz. 137
Opdracht 2. blz. 139
In de opdrachten staat dat je moet samenwerken. Tip: groepsbellen via What's app of face-timen....
Slide 18 - Slide
Lees de theorie over loon op blz. 141
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Video
Slide 21 - Video
Een ander woord voor loon is:
A
Bankrekening
B
Salaris
Slide 22 - Quiz
Hoe vaak krijg je je loon uitbetaald?
Meerder antwoorden mogelijk..
A
Wekelijks
B
Dagelijks
C
Jaarlijks
D
Maandelijks
Slide 23 - Quiz
Het brutoloon is het salaris wat je met je werkgever (baas) hebt afgesproken?
A
Waar
B
Niet waar
Slide 24 - Quiz
Het brutoloon is net zoveel als het nettoloon?
A
Waar
B
Niet waar
Slide 25 - Quiz
Je betaalt belasting, dat gaat van je brutoloon af?
A
Waar
B
Niet waar
Slide 26 - Quiz
Als de belasting van je brutoloon af is, blijft je nettoloon over?
A
Waar
B
Niet waar
Slide 27 - Quiz
Als je loon gestort wordt, is dat je brutoloon?
A
Waar
B
Niet waar
Slide 28 - Quiz
Opdrachten
Opdracht 3. blz. 141-142
Slide 29 - Slide
Afsluiting Les 3: Arbeidsovereenkomst
Slide 30 - Slide
Noem 2 arbeidsvoorwaarden
Slide 31 - Open question
Waarom kun je niet zomaar (zonder reden) ontslagen worden?
Slide 32 - Open question
Noem 2 redenen om op staande voet ontslagen te worden:
Slide 33 - Open question
Wat is het verschil tussen brutoloon en nettoloon?