Excel basics voor GA3a

Excel basics voor GA3a
1 / 41
next
Slide 1: Slide
InformatiekundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Excel basics voor GA3a

Slide 1 - Slide

Wat ga je leren:
  • Waar gebruik je Excel voor?
  • Hoe zet je informatie in Excel?
  • Hoe pas je deze informatie aan?
  • Hoe kan je met formules werken in Excel? 

Extra uitdaging:
  • Hoe maak je een grafiek in Excel?

Slide 2 - Slide

Excel
Dit is een rekenprogramma dat je onder andere kan gebruiken om snel formules uit te rekenen, overzichten te maken van getallen (zoals geldbedragen) en tabellen om te zetten naar grafieken.

Op school gebruik je Excel bij vakken als wiskunde, biologie, natuurkunde en economie.

Slide 3 - Slide

Start
Open een nieuw bestand in Excel via de browser.
Dit kan door naar je schoolmail te gaan en linksboven op de vierkant met vierkantjes te klikken. Hier heb je twee opties:

1. gelijk naar excel en daarna het bestand naar de gewenste folder verplaatsen
2. via One Drive en naar de folder waar je het bestand wil opslaan. Klik daar op 'nieuw' en kies Excel-werkmap.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Titelbalk
Deze stap voer je nog uit in de browserversie van Excel

Pas de bestandsnaam van je Excel bestand aan naar: MK - Excel - 'Naam - klas' en zorg dat deze wordt opgeslagen in je OneDrive folder naar keuze. (als dat nog niet zo is, kan dit middels "opslaan als")

Slide 6 - Slide

Bewerken in desktop-app
De browser versie van office heeft minder functionaliteiten dan de desktopversie. Daarnaast kan je met je desktopversie offline werken zonder werk te verliezen. Het bestand wordt gesynchroniseerd zodra je weer internet hebt.
Hiervoor is wel belangrijk dat je ingelogd bent op Office in de desktop-apps.
KLIK NU OP "BEWERKEN IN DESKTOP-APP"

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Kolommen en rijen
  • De kolommen hebben letters, de rijen hebben nummers
  • Klik in kolom A, rij 1 aan en typ het cijfer 1
  • Vul vervolgens de getallen 2 t/m 5 in de rijen 2 t/m 5 in zoals hiernaast 

Slide 9 - Slide

Formulebalk
  • In de formulebalk zie je links welke cel je hebt aangeklikt 
  • De naam van de cel is de combinatie van de letter van de kolom en het cijfer van de rij (A5 in het voorbeeld)
  • In de balk zie je wat de inhoud van de cel is (in dit geval het getal 5)

Slide 10 - Slide

Vulgreep
  • Met de vulgreep kun je heel snel en eenvoudig gegevens kopiëren naar andere cellen. Je kunt ook gegevens uitbreiden met de vulgreep.
  • Je gebruikt de vulgreep door met je cursor op de hoek rechtsonder in de geselecteerde cel te zweven, je ziet dan een zwarte +

Slide 11 - Slide

Vulgreep
  • Gebruik de vulgreep bij cel A1, klik je linker muisknop in en terwijl je de muisknop ingedrukt houdt, trek je de vulgreep naar rechts tot kolom E
  • Doe hetzelfde bij cel A2, maar dan houd je naast de linker muisknop ook de CTRL knop ingedrukt

Slide 12 - Slide

Vulgreep
  • Zie je hetzelfde als deze afbeelding? Dan is het gelukt! 
  •  Dit werkt niet alleen met getallen, maar ook met de dagen van de week en datums

Slide 13 - Slide

Selecteren
  • Je kan hele rijen en kolommen selecteren om ze te bewerken. Dit doe je door met je cursor boven de rij of kolom te zweven die je wil selecteren en daarop te klikken (linker muisknop) 

Slide 14 - Slide

Selecteren
  • Selecteer rij 3 t/m 5, klik op je rechter muisknop en kies voor 'Verwijderen'
  • Selecteer kolom A, klik op je rechter muisknop en kies voor 'Invoegen'
  • Je beeld ziet er nu zo uit als in de afbeelding

Slide 15 - Slide

Bewerken
  • Schrijf in kolom A, cel 4 t/m 7 de woorden: optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen
  • Selecteer kolom A en maak deze woorden vetgedrukt (ctrl+b)
  • Maak kolom A precies breed genoeg voor de woorden door met  je cursor bovenin op de grens tussen A en B dubbel te klikken

Slide 16 - Slide

Formules
Zoals eerder al gezegd kan je Excel gebruiken om formules uit te rekenen. Om aan Excel duidelijk te maken dat je een formule (rekensom) in de cel gaat zetten, begin je altijd met een =

Andere tekens die je vaak gebruikt zijn + (optellen), - (aftrekken), * (vermenigvuldigen) en / (delen). Als je hele grote formules maakt kan je ook stukken tussen haakjes zetten.

Slide 17 - Slide

Formules
  • We gaan de inhoud van cel B1 en B2 bij elkaar optellen
  • Klik op cel B4 en typ =
  • Klik vervolgens op cel B1, dan typ je + en daarna klik je op cel B2
  • Klik op enter

Slide 18 - Slide

Welk getal staat er nu in cel B4?

Slide 19 - Open question

Formules
  • Gebruik nu de vulgreep (dia 11) om de formule te kopiëren naar de cellen C4 t/m F4
  • Vul nu in cel B5 de formule voor cel B1 min cel B2 in
  • Vermenigvuldig cel B1 met cel B2 in cel B6
  • Deel cel B1 door cel B2 in cel B7

Slide 20 - Slide

Formules
  • Kopieer de formules van cel B5 t/m B7 naar de rest van de cellen met de vulgreep
  • Als het goed is ziet het er nu zo uit als het plaatje hiernaast!

Slide 21 - Slide

Celeigenschappen
Soms wil je getallen met maximaal 1 decimaal hebben, of de datum en tijd op een bepaalde manier genoteerd. Of soms wil je dat de inhoud van je cel als tekst wordt gezien en niet als getallen. Dat kan je aanpassen bij de celeigenschappen. 

Slide 22 - Slide

Celeigenschappen
  • Klik op cel B7 en terwijl je de linker muisknop ingedrukt houdt beweeg je naar rechts t/m cel F7
  • Klik met je rechter muisknop op het grijze gebied en klik dan op 'Celeigenschappen'
  • Verander bij 'Getal' het aantal decimalen naar 1

Slide 23 - Slide

Welk getal zie je nu in cel F7?

Slide 24 - Open question

Fx
Excel heeft zelf ook een aantal kant en klare formules, zodat je wat minder hoeft te typen, als je heel veel getallen in Excel hebt staan kun je hiermee heel snel rekenen.

 Deze formules vind je in de formulebalk door op 'Fx' te klikken.

Slide 25 - Slide

Fx
  • Typ in cel A9 het woord 'Som'  en in cel A10 het woord 'Gemiddelde'
  • Klik op cel B9 en dan op Fx
  • Selecteer 'Som', lees de uitleg die onder de vetgedrukte woorden staat en klik op OK

Slide 26 - Slide

Fx
  • Klik op de pijl rechts van de woorden 'Getal 1'
  • Selecteer de cellen B4, B5, B6 en B7 door met de linker muisknop ingedrukt over deze cellen te bewegen
  • Klik op OK

Slide 27 - Slide

Welk getal staat er nu in cel B9?

Slide 28 - Open question

Fx
  • Voeg in cel B10 op dezelfde manier de formule in om het gemiddelde van cel B4 t/m B7 uit te rekenen
  • Kopieer de formules naar de rest van de cellen met de vulgreep
  • Zorg er met celeigenschappen voor dat alle getallen maar 1 decimaal hebben

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Werkblad
  • Je kunt in 1 Excel bestand meerdere werkbladen hebben, het eerste werkblad heet automatisch 'Blad 1' (in de statusbalk)
  • Klik met de rechter muisknop op 'Blad 1'  en klik dan op 'Naam wijzigen'
  • Wijzig de naam naar 'Formules' 

Slide 31 - Slide

Je hebt nu je eerste tabel gemaakt in Excel en formules gebruikt, goed gedaan!

Als je tijd over hebt kun je op de volgende dia's leren hoe je van de tabel een grafiek maakt, dit heb je voor school (en later werk) vaak nodig! 

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Invoegen
  • Om een grafiek te maken, moet je eerst selecteren welke informatie uit de tabel je in de grafiek wil hebben 
  • Selecteer rij 9 en 10
  • Klik in het lint op 'Invoegen' en dan op 'Aanbevolen grafieken'
  • Selecteer de lijngrafiek en klik op OK

Slide 34 - Slide

Grafiek wijzigen
Excel heeft nu automatisch een grafiek gemaakt, maar die is nog niet helemaal goed. Zo zie je bijvoorbeeld dat de rechter helft van de grafiek leeg is. Met het menu rechts van de grafiek kun je van alles aanpassen. 

Schuif de grafiek een stukje naar rechts zodat hij niet op de tabel staat

Slide 35 - Slide

Grafiekfilters
  • Selecteer de grafiek, klik op 'Grafiekfilters' (onderste icoontje) en dan rechtsonder op 'Gegevens selecteren'
  • Bij 'Rijen/kolommen omdraaien' kun je de X- en Y-as omwisselen als deze verkeerd staan
  • Verder kan je de namen en indeling van de assen aanpassen

Slide 36 - Slide

Grafiekfilters
  • Klik  bij op 'Horizontale aslabels' op 'Bewerken'
  • Klik op het pijltje omhoog en selecteer cel B2 t/m F2
  • Klik op OK
  • Zorg dat bij de Horizontale aslabels alleen de vinkjes zijn aangeklikt bij de getallen 2 t/m 6

Slide 37 - Slide

Grafiek wijzigen
  • Als het goed is ziet je grafiek er nu zo uit!
  • Nu missen we alleen nog een titel van je grafiek en moet je de assen nog benoemen. Dat kan bij 'Grafiekelementen'

Slide 38 - Slide

Grafiekelementen
  • Selecteer je grafiek en klik rechtsboven op 'Grafiekelementen'
  • Vink dan 'astitels' aan 
  • Verander nu door op de as- en grafiektitels te klikken de titels

Slide 39 - Slide

Grafiekstijlen
Met het icoontje 'Grafiekstijlen' kun je de stijl en kleur van je grafiek ook nog aanpassen. 

De grafiek kan je met ctrl+c en ctrl+v bijvoorbeeld kopiëren naar een Word bestand.

Slide 40 - Slide

Je hebt nu je eerste grafiek gemaakt in Excel, super goed gedaan!

Als je tijd over hebt kun je nog proberen om een ander soort grafiek zoals een staaf- of cirkeldiagram te maken.




Slide 41 - Slide