Clase 2. C1 Unidad 1. Vocabulario

¡Bienvenidos chicos y chicas!
Jueves, 15 de septiembre de 2022
1 / 22
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

¡Bienvenidos chicos y chicas!
Jueves, 15 de septiembre de 2022

Slide 1 - Slide

¿Qué vamos a hacer hoy?
  1. Somtoday.
  2. Objetivos unidad 1.
  3. Empezamos a trabajar. Unidad 1
  4. Final de la clase: ¿Qué hemos aprendido hoy?

Slide 2 - Slide

Aan het einde van dit hoofdstuk:
Leerdoelen
Ik kan dingen in het klaslokaal benomen.
Ik ken het Spaanse alfabet.
Ik ken de uitspraak regels in het Spaans
Ik kan het werkwoord “ser” en “llamarse”in het enkelvoud vervoegen.
Ik kan tot met 20 in het Spaans tellen.
Ik ken de vormen van het Spaanse lidwoord: el, la, los, las
Ik ken het meervoud van zelfstandige naamwoorden in het Spaans.


Slide 3 - Slide

Aan het einde van dit hoofdstuk:
Succescriteria's
Ik ken hoe ik mijn naam in het Spaans moet spellen.
Ik kan 10 woorden benoemen van het klaslokaal.
Ik ken de namen van 5 kleuren in het Spaans.
Ik kan vragen hoe iemand heet en vertellen hoe ik zelf heet in het Spaans.
Ik kan vragen waar iemand vandaan komt en vertellen waar ik zelf vandaan kom in het Spaans.
Ik kan vragen hou oud iemand is en vertellen hou oud ik zelf ben.
Ik kan vragen wat het telefoonnummer van iemand is in het Spaans.
Ik ken alle woorden van unidad 1 en de frases claves.






Slide 4 - Slide

Begroeten en afscheid nemen
Buenos días
Goedendag / Goedemorgen
Buenas tardes
Goedemiddag
Buenas noches
Goedenavond
Hola
Hoi / hallo
Adiós
Doei / dag
Hasta luego
Tot ziens
Hasta mañana
Tot morgen
Buen fin de semana
Fijn weekend

Slide 5 - Slide

¿Cómo se deletrea...en español?

Slide 6 - Slide

0

Slide 7 - Video

¿Cómo se deletrea tu nombre en español?

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Link

Slide 10 - Video

¡Observa!

ca,co,cu.que, qui______________als /k/  in kat
za,zo,zu,ce, ci__________________ als /th/ in thing
ja, je, ji, jo, ju ge, gi_______________ als /ch/ in lachen
ga, go, gu, gue, gui______________  als /g/ in goal

Slide 11 - Slide

0

Slide 12 - Video

¿Cómo se dice en español?
1. banco                           8. paella
2. león                               9. chocolate
3. fútbol                             10. cocina
4. gato                                11. euro
5. flamenco                      12. Valencia
6. hijo                                   13. Barcelona
7. niño                                   14. hospital

Slide 13 - Slide

¿Welke woorden kennen jullie al in het Spaans?

Slide 14 - Mind map

Países que hablan español:

Slide 15 - Open question

Paises que hablan español

Slide 16 - Slide

Empezamos con la unidad 1

Slide 17 - Slide

Verplichte opdrachten:
Punto de partida:
tb opdracht 1 t/m 5
Unidad 1 Vocabulario 
tb opdr 1+2+3+5
wb opdracht 1+2+3





Optionele opdrachten:
(verdieping / verbreding)

Unidad 1 Vocabulario
WB Opracht 1 t/m 4 en 7 t/m 9

Si terminas/Als je klaar bent?
Estudia unidad 1. vocabulario (zie quizlet)
Frases claves unidad 1 (Zie quizlet)


Slide 18 - Slide

Deberes (Huiswerk)
  1.  Leren woorden unidad 1  (vanaf "ser" t/m el/la alumno-a
    2.  LessonUp clase 2  doornemen.
    3. Maken:

Verplichten opdrachten
Punto de partida:
tb opdracht 1 t/m 5
Unidad 1 Vocabulario 
tb opdr 1+2+3+5
wb opdracht 1+2+3
Optionele opdrachten:
(verdieping / verbreding)
Unidad 1 Vocabulario
WB Opracht 1 t/m 4 en 7 t/m 9


Slide 19 - Slide


¿Cómo has trabajado hoy en clase?
😒🙁😐🙂😃

Slide 20 - Poll

1. Wat heb je geleerd in deze les? Had je meer kunnen leren? Hoe kun je ervoor zorgen dat je meer opsteekt?
2. Wat ging goed? Wat kan beter? Hoe ga je dat aanpakken?

Slide 21 - Open question

0

Slide 22 - Video