07. Onderhoud en reparatie

• Basismodule gebouwbeheer
• MBO
• Studiejaar 1

Onderhoud en Reparatie

LESDOELEN: 

• Werken met elektriciteit

• Professioneel werken

• Veiligheid

Werken met Elektriciteit

1. Als je een reparatie uitvoert, werk je vaak met elektriciteit. 

2. In de meterkast zijn verschillende groepen voor de elektriciteit.  

3. Voordat je met elektriciteit gaat werken, de juiste groep in de meterkast uitschakelen. 

Elektriciteit

Gevaar!

• Water is een goede geleider voor elektrische stroom. 
• Op de plek waar de stroom het lichaam in- en uitgaat, ontstaat in korte tijd ontzettend veel hitte. 
• "Zoveel, dat ook binnen in het lichaam brandwonden kunnen ontstaan.

Aardlekschakelaar

1. Extra schakelaar in de meterkast. Als er kortsluiting is, schakelt hij uit. 

2. Automatisch gaat alle stroom uit. Zo kan er geen brand ontstaan.  

3. Als hij dan weer terugspringt, is er nog steeds kortsluiting. Je moet dan op zoek naar het probleem.

Wat is een aardlekschakelaar?

Professioneel werken

• Bij eenvoudige onderhouds- of herstelwerkzaamheden, werk je volgens richtlijnen en werk je op een professionele manier.
• Als je klussen uitvoert, werk je volgens de instructie die hoort bij die klus
• Maak altijd een planning, waarmee je voorkomt dat je fouten maakt of dat je heel lang bezig bent.

Waar denk je aan bij veilig werken

Veilig werken (tips)

• Het is belangrijk dat je veilig werkt. 
• Niet alleen als je met elektriciteit werkt, maar ook bij andere klussen. 
• Zorg ervoor dat je weet hoe apparatuur werkt. 
• Werk nooit met gereedschap dat niet veilig is. Let op stekkers en openliggende snoeren. 
• Vervang oude apparatuur op tijd door nieuwe. 
• Laat nooit iets slingeren, want anderen kunnen daarover vallen en zich verwonden. 
• Werk geconcentreerd en laat je niet afleiden. 
• Haal stekkers na gebruik van apparatuur direct uit het stopcontact.
• Veilig werken betekent ook dat je soms persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM's) gebruikt, bijvoorbeeld veiligheidshandschoenen, gehoorbescherming, oogbescherming of veiligheidsschoenen.

Trappen en ladders (tips)

• Zet ladders en trappen altijd goed en stevig neer. 
• Zorg dat ze op een stevige, niet te gladde ondergrond staan.
• Let er ook op dat je de ladder niet te steil zet. Van een steile ladder kun je achterovervallen.