Samenvatting akte 1 deel 1
La Poncia geeft aan dat Bernarda eraan komt en waarschuwt de bediende om ervoor te zorgen dat alles onberispelijk wordt schoongemaakt, aangezien Bernarda hen snel zal straffen en zeker een wrok zal koesteren.
De bediende vraagt of ze alle familieleden zijn gekomen. La Poncia geeft aan dat alleen die van Bernarda zijn gekomen omdat de schoonfamilie van Bernarda haar haat. De bediende vraagt zich af of er genoeg stoelen zijn voor de gasten die spoedig zullen arriveren. La Poncia wuift de bezorgdheid weg en herinnert zich hoe mensen niet meer op bezoek kwamen nadat Bernarda's vader stierf. Bernarda wil niet dat men haar ziet in haar huis. La Poncia heeft een hekel aan Bernarda. Als ze bedenkt hoe Bernarda haar zoveel jaren (30 jaar!) onder haar duim heeft gehouden en haar dwong om buren te bespioneren, dagdroomt La Poncia hardop over de dag dat ze gedurende 'een heel jaar in haar gezicht gaat spugen'. La Poncia is ook van mening dat Bernarda's leven niet perfect is, aangezien degene is die overgebleven is om voor haar "vijf lelijke dochters" te moeten zorgen, van wie slechts één, de oudste Angustias uit een eerder huwelijk, geld heeft.
De klokken beginnen opnieuw en markeren het laatste gebed.
De bediende, alleen, imiteert de klokken als een bedelaarsvrouw en haar jonge dochter komen bedelen om restjes uit de keuken. De dienaar jaagt ze weg en zegt:
Meer over deze brontekstBrontekst vereist voor aanvullende vertaalinformatie
Feedback sturen
Zijvensters