Spelling woorden met f, v s en z

Spelling
Je leert woorden schrijven met:
f en v 
s en z
1 / 17
next
Slide 1: Slide
SpellingPrimary EducationAge 7

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Spelling
Je leert woorden schrijven met:
f en v 
s en z

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Ik ga niet met de auto, maar met de .....
A
bus
B
trein
C
fiets
D
tram

Slide 3 - Quiz

Ik eet met een mes en een ...
A
lepel
B
fles
C
tang
D
vork

Slide 4 - Quiz

Weet jij de woorden?

Slide 5 - Slide

Dit is een mooie ....
Juf koopt een grote .... vol met  chocolade.

Slide 6 - Slide

De .... heeft een lange staart. 
Wij vieren samen een groot .....

Slide 7 - Slide

ga nu zelf verder

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

f of v

Slide 10 - Mind map

fiets

Slide 11 - Slide

De hond bijt op een ...
A
hak
B
vak
C
tak
D
zak

Slide 12 - Quiz

De postbode draagt een zware ...
A
tas
B
post
C
doos
D
zak

Slide 13 - Quiz

Ik zoek een gestreepte ....
A
schoen
B
sok
C
som
D
vuur

Slide 14 - Quiz

2+2 is een ...
A
zon
B
sop
C
sam
D
som

Slide 15 - Quiz

Ga nu zelf verder

Slide 16 - Slide

Ik vond deze les...
😒🙁😐🙂😃

Slide 17 - Poll