Basisstof 1 - het skelet van de mens

Welkom!
1 / 45
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 45 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom!

Slide 1 - Slide

Deze les:
  • Leerdoelen bespreken
  • Voorkennis activeren
  • 5.1 Het skelet van de mens
  • Aan de slag.
  • Afsluiten.

Slide 2 - Slide

5.1 Het skelet van de mens

Slide 3 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt de botten van het menselijk skelet benoemen.
  • Je kunt de functies van het menselijk skelet noemen
  • Je kunt pijpbeenderen en platte beenderen onderscheiden en kenmerken ervan noemen. 

Slide 4 - Slide

Heeft de mens een inwendig of een uitwendig skelet?
A
Uitwendig
B
Inwendig

Slide 5 - Quiz

Het skelet van een volwassen mens bestaat uit ongeveer uit...?
A
502 botten
B
206 botten
C
351 botten
D
150 botten

Slide 6 - Quiz

Het skelet bestaat uit botten. Een ander woord voor botten is _____________.
A
Ruggengraat
B
Beenderen
C
Benen
D
Schedel

Slide 7 - Quiz

Waar zit het kleinste botje in het menselijk lichaam?
A
Neus
B
Hand
C
Voet
D
Oor

Slide 8 - Quiz

Wat is het grootste bot in je lichaam?
A
Opperarmbeen
B
Borstbeen
C
Scheenbeen
D
Dijbeen

Slide 9 - Quiz

2.1 het skelet van de mens
het skelet heeft 4 functies:
- geeft stevigheid
- beschermt je organen
- maakt beweging mogelijk
- geeft vorm aan je lichaam

Slide 10 - Slide

Functies skelet
1. Stevigheid geven



Slide 11 - Slide

Functies skelet
2. Bescherming van tere (kwetsbare) organen .

bv hersenen beschermd door schedel, longen en hart door de ribben


Slide 12 - Slide

Functies skelet
3. Beweging mogelijk maken (samen met de spieren)

Slide 13 - Slide

Functies skelet
4. Vorm geven aan het lichaam

Slide 14 - Slide

Wat wordt er beschermd door onze borstkas?
A
maag en nieren
B
hart en longen
C
hersenen
D
darmen en maag

Slide 15 - Quiz

Wat wordt er beschermd door de wervelkolom, ruggengraat?
A
Darmen
B
Hersenen
C
Zenuwen
D
Spieren

Slide 16 - Quiz

Wat wordt er beschermd door onze schedel?
A
longen
B
hart
C
darmen
D
hersenen

Slide 17 - Quiz

Opbouw van je lichaam

Slide 18 - Slide

SKELET


Slide 19 - Slide

7 halswervels
12 borstwervels
5 lendenwervels
heiligbeen
staartbeen

WERVELKOLOM


Slide 20 - Slide

Borstkas
  • borstbeen
  • 12 borstwervels
  • 12 paar (24) ribben, waarvan 2 paar (4) zwevende ribben (zitten niet vast aan borstbeen)

Slide 21 - Slide

Schoudergordel

* Schouderblad


* Sleutelbeen



Slide 22 - Slide

Bekkengordel

Ook wel: bekken

* Heupbeenderen
* Heiligbeen



Slide 23 - Slide

Uit welke delen bestaat het skelet?
A
Schedel, ledematen en armen
B
Romp, ledematen en armen en benen
C
Schedel, romp, ledematen
D
Schedel, romp, ledematen, armen en benen

Slide 24 - Quiz

Beenderen van de hand
Spaakbeen
Ellepijp
Handwortelbeentjes
Middenhandsbeentjes
Vingerkootjes

Slide 25 - Slide

Handwortelbeentjes

Slide 26 - Slide

Middenhandsbeentjes

Slide 27 - Slide

Vingerkootjes

Slide 28 - Slide

Sleep de nummers naar de juiste naam
Beenderen van de hand
vingerkootje
ellepijp
handwortel-
beentje
spaakbeen
middenhands-
beentje
1
2
3
4
5

Slide 29 - Drag question

Beenderen van het been
Dijbeen
Knieschijf
Kuitbeen
Scheenbeen
Voetwortelbeen
Middenvoetsbeen

Slide 30 - Slide

Ledematen 





Bij de pols zit de ellepijp aan de kant van de pink
Ellepijp is meestal dunner en langer dan spaakbeen 

Slide 31 - Slide


Platte beenderen
Zijn plat
  • Hebben rood beenmerg
  • Hierin worden rode en witte bloedcellen gemaakt!!

Pijpbeenderen
Zijn rond en langwerpig
  • De koppen bestaan uit kleine holten gevuld met rood beenmerg. Hier worden bloedcellen in gemaakt. 
  • De pijp is hol, hierin zit geel beenmerg
  • Hierin zit vet opgeslagen
Platte beenderen zijn onder andere:
- schouderblad
- ribben
- bekken
- schedel
Pijpbeenderen zijn onder andere:
- opperarmbeen
- dijbeen
- scheenbeen
- spaakbeen
- vingerkootjes
Twee type beenderen/botten

Slide 32 - Slide



Pijpbeenderen
Mergholte met geel beenmerg
Koppen met rood beenmerg


Platte beenderen
Rood beenmerg

Type beenderen
Rood beenmerg = aanmaak bloedcellen
Geel beenmerg = opslag vet

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Link

Aan de slag
Wat: Opdrachten van 5.1
Hoe: Zelfstandig in stilte
Klaar? Vinger opsteken


timer
20:00

Slide 35 - Slide

Teken opdracht
Skelet tekenen
timer
0:30

Slide 36 - Slide

zoolganger/ teenganger/ topganger (hoefganger)

Slide 37 - Slide

Hoefganger
Loopt op de hoef => op de nagel die op de top van de teen

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

Teenganger
Loopt op de teenkootjes

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Slide

Zoolganger
Loopt op de gehele voet

Slide 42 - Slide

Safouan en Bas doen een uitspraak over topgangers;
Safouan:,, Topgangers kunnen snel rennen omdat ze hun hele voetzool gebruiken.
Bas:,, Topgangers zakken snel weg in zachte ondergrond omdat ze alleen op het topje van hun poten lopen.

Wie heeft/hebben gelijk?
A
Safouan
B
Bas
C
Safouan en Bas
D
Geen van beide

Slide 43 - Quiz

In de afbeelding zie je een foto van een aap.
Is een aap een topganger of een zoolganger?
En zijn de poten van een aap vooral aangepast
aan het lopen op een drassige bodem of aan het
lopen op een harde bodem?

A
topganger - drassige bodem
B
topganger - harde bodem
C
zoolganger- drassige bodem
D
zoolganger- harde bodem

Slide 44 - Quiz

Maak nu de kennisopdrachten van basisstof 1 Het skelet van de mens

Daarna TestJezelf van basisstof 1 

Slide 45 - Slide